Op 14 mei werd het Research & Diagnostiek Centrum Adore officieel geopend door koningin Máxima. Het is het hart van de grootste onco-neuro-campus ter wereld, waar onderzoekers van Amsterdam UMC, Cancer Center Amsterdam en Amsterdam Neuroscience de handen ineenslaan. De synergie tussen de onderzoeksgebieden opent de weg naar spannend, nieuw wetenschappelijk terrein.
Tekst: Jasper Enklaar, Sandra Smets • Foto: Marieke de Lorijn
e processen die ten grondslag liggen aan een groot aantal neurologische en oncologische aandoeningen beter begrijpen: dat is wat initiatiefnemers Philip Scheltens en Geert Kazemier van meet af aan beogen met Adore. Het vraagt om intensieve samenwerking tussen de twee disciplines. Ze hebben immers veel raakvlakken, zoals al langer bekend is bij het onderzoek naar tumoren in de hersenen. Maar Adore gaat over iets groters, zegt Guus Smit, directeur van onderzoeksinstituut Amsterdam Neuroscience. “Er zijn lijnen van onderzoek die laten zien dat de hersenen regulerend kunnen zijn voor tumorgroei. Daar speelt ook het immuunsysteem een rol in. Tumoren gedijen in het complexe systeem van het lichaam. We zien dat er steeds meer raakvlakken zijn. Letterlijk: waar zenuwcellen bijvoorbeeld met tumorcellen praten. Hoe werken de onderdelen daar met elkaar samen op het moment dat het fout loopt? Dat grotere denken en kijken of je meerdere disciplines met elkaar kunt verbinden, die synergie opzoeken, is echt nieuw.”

Het Atrium verbindt het Imaging Center met RDC Adore.
Concentratie
“De organisatie van de wetenschap was er jarenlang op gericht om onderzoekers aan te moedigen en te trainen om in hun deelgebied de absolute top te zijn. Wetenschappers zijn hypergespecialiseerd”, zegt Maarten Bijlsma, wetenschappelijk directeur van Cancer Center Amsterdam. Maar dat is aan het veranderen. Het onderzoeksveld waar neurologie en oncologie elkaar raken is in opkomst, niet alleen in Nederland. Verschillende internationale publicaties laten de kracht van dit concept zien. En dat is niet zo gek, vindt Bijlsma. “We hebben in onze eigen silo’s technieken en knowhow die voor neurologie en oncologie heel goed te combineren zijn. Als ik met Guus praat, leer ik over tracing-methoden waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden, maar waarvan ik denk dat we daar vragen mee kunnen beantwoorden die we eerder niet konden beantwoorden. Door de uitwisseling te concentreren op één fysieke locatie kunnen we dat veel meer handen en voeten geven.”
Smit herkent het: “Wij zien het in onze afdelingen terug. Neurologie, de cardiologieafdeling, immunologen: we zijn allemaal bezig met ons eigen veld. Het is lastig om overstijgend werkzaam te zijn. Daar heb je extra energie voor nodig, extra middelen en aandacht, een structuur.”

Bij de Adore-projecten zijn veel jonge, veelbelovende onderzoekers betrokken. Op de foto: promovenda Sophie Vromans.
Ontmoeting stimuleren
Met Adore is het er nu: een gebouw én een infrastructuur. Zelfs in de architectuur van het hagelnieuwe RDC Adore-gebouw komt het streven naar synergie terug. Vanzelfsprekend is het zes verdiepingen tellende onderzoeksgebouw opgetrokken uit duurzame en toekomstbestendige materialen. De inrichting is helemaal gericht op de uitwisseling tussen verschillende disciplines.
In het verder strak vormgegeven 't Binnenhof leidt een organisch vormgegeven wenteltrap – in de wandelgangen al snel de ‘wokkeltrap’ gedoopt – omhoog naar de andere verdiepingen. Het kloppende hart van het gebouw is de lounge. Dat is bij uitstek de plek voor ontmoeten en kennisdelen. Daar worden de eerste ideeën geboren, getoetst en besproken. Rond ’t Binnenhof zijn conferentiezalen en werkruimtes waar ideeën verder uitgedacht en uitgewerkt worden.
“Het grappige is”, zegt Smit, “dat als je mensen echt bij elkaar brengt, ze van elkaar de mogelijkheden ontdekken. Dat kan technologie zijn, maar ook conceptueel. Je moet expertises echt bij elkaar brengen in één kamer, zodat de experts met elkaar gaan praten. Die leuke, nieuwe, spannende ontwikkelingen proberen we van harte te stimuleren.” De Adore-aanpak overstijgt overigens de fysieke omgeving van het nieuwe gebouw. Op meerdere plaatsen wordt aan Adore-projecten gewerkt: op de campus van de VU en de UvA, in Amsterdam UMC en ook buiten Amsterdam.
Fundamenteel en klinisch
De eerste twaalf onderzoekslijnen zijn recent van start gegaan. Voor een deel richten deze programma’s zich op fundamenteel onderzoek naar neurologische en oncologische aandoeningen. Tegelijk zijn er ook projecten gericht op de klinische toepassing, zoals medicijnontwikkeling of celtherapie. Daarom is er een stevige clinical research support unit die onderzoekers daarin ondersteunt. Bijvoorbeeld in het gebruik van de grote rijkdom aan informatie waar Amsterdam UMC over beschikt dankzij de verschillende patiëntencohorten en biobanken die in de loop der jaren zijn opgebouwd. Een ander voorbeeld dat laat zien dat Adore dicht tegen de klinische praktijk aanzit, is de ultramoderne PET-scan die het hele lichaam in beeld kan brengen, tien keer gevoeliger dan andere beeldvorming. Daarmee is beter te zien of geneesmiddelen op de juiste plek in het lichaam aankomen. Smit: “Het zijn technologieën die in Adore mogelijk gemaakt zijn en die nu al ingezet worden om betere diagnoses te stellen.”
60 miljoen
Ook op het gebied van fondsenwerving onderscheidt Adore zich van andere projecten. Tot nu toe hebben veel verschillende donateurs een bijdrage geleverd: het ministerie van Economische Zaken, de Europese Unie, de gemeente Amsterdam, het programma Kansen voor West, vermogensfondsen, stichtingen, bedrijven én particulieren. In het Atrium hangt een bord met de namen van een aantal gulle gevers die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van Adore. Inmiddels is een bedrag van rond de 60 miljoen euro binnengekomen. Daarmee kon het RDC Adore-gebouw gerealiseerd worden met alle state-of-the-art infrastructuur en kunnen de verschillende onderzoekslijnen een goede start maken. Om een ambitieus tienjarig onderzoeksprogramma te realiseren is nog eens 70 miljoen euro nodig.

'Iedereen die net als wij gelooft in samenwerking tussen neurologie en oncologie, kan meedoen'
Een van de onderzoekslijnen van Adore is TRANSVISION. In dit project onderzoeken Bart Westerman en Matthijs Verhage hoe de communicatie tussen hersencellen, zenuwcellen (neuronen) en tumorcellen verloopt en wat het effect daarvan is. Zij hebben een techniek ontwikkeld om gecontroleerd ‘ecosysteempjes’ van cellen te bouwen. Het idee is dat je die technologie kan gebruiken om interacties tussen cellen te bestuderen, want cellen wisselen allerlei informatie met elkaar uit. Het TRANSVISION-onderzoek probeert te ontdekken of en op welke manier deze communicatie bijdraagt aan het ziekteproces, zowel bij kanker als bij neurologische aandoeningen.
Het lijkt erop dat zenuwcellen ‘praten’ tegen de tumorcellen en zo bijdragen aan het ziekteproces en de groei van de tumor stimuleren. Met de ultragevoelige apparatuur van Adore is het nu mogelijk om veel systematischer dan ooit tevoren te begrijpen hoe cellen dat doen.
Deze experimenten kunnen nu realtime gedaan worden. Dat maakt het mogelijk precies te volgen waar een signaal vandaan komt, waar het naartoe reist en wat de gevolgen daarvan zijn. Bovendien kan het ‘gesprek’ van elke individuele cel op grote schaal worden afgeluisterd, bij honderden celparen tegelijkertijd. Het is een innovatieve aanpak die hier wordt ontwikkeld, uniek in de wereld. Dit levert een grote hoeveelheid data op, die informatie geeft over de rol van eiwitten in de interacties op celniveau, op een veel grotere schaal dan tot nu toe mogelijk was. Dit fundamentele onderzoek kan in de toekomst aanknopingspunten bieden voor therapieën voor neurologische en oncologische aandoeningen.
Ruud Wijdeven, core director van het CANDIDATE Center, Bart Westerman, focusgroepleider drug discovery and therapy development en Pieter van Bokhoven, chief scientific officer, in het CANDIDATE Center in RDC Adore. Hier wordt de brug geslagen tussen onderzoek naar ziektemechanismen en de ontwikkeling van medicijnen.

Nieuwe generatie
Bij de verschillende projecten die van start gaan – en nog zullen beginnen – zijn veel jonge, veelbelovende onderzoekers betrokken, de postdocs en aios. Smit: “We krijgen een hele generatie mensen bij deze projecten voor wie het heel normaal is dat je met elkaar samenwerkt en met elkaar aan tafel zit. Het is stiekem onze hoop dat we zo een opening bieden naar een nieuw terrein van onderzoek, waarbij je anders te werk gaat. Als we dat voor elkaar krijgen, zou het spectaculair zijn.”
Met Adore is volgens Smit de juiste uitgangspositie gecreëerd om op termijn belangrijke wetenschappelijke doorbraken te bereiken. “We hebben nu al iets unieks, maar we zullen er de komende jaren keihard aan moeten trekken om onszelf goed te laten zien, met voorbeelden waarmee we kunnen aantonen dat we stappen hebben gezet die anderen niet hebben gezet, of dat we nieuwe dingen hebben gedaan die heel belangrijk zijn voor onze patiënten. Dan maken we het verschil.”
Het unieke ecosysteem van Adore is klaar om verder uitgebouwd te worden. Niet alleen in onderzoeksprojecten en financiering, maar ook in mensen. “Iedereen die net als wij gelooft in de samenwerking van oncologie en neurologie, kan meedoen”, zegt Bijlsma nadrukkelijk. “Met het gebouw dat we nu hebben en de support die we kunnen bieden, willen we iedereen laten aansluiten die dit idee kan ondersteunen en verder kan helpen uitbouwen.” •
Het is een markante blikvanger die voor de entree van RDC Adore staat. Eenmaal binnen zal de bezoeker juist een heel andere kunst ontdekken, eentje die stukken ingetogener is.
Fernando Sánchez Castillo maakte speciaal voor dit gebouw een bronsplastiek van Jean Louis Rodolphe Agassiz: de 19e-eeuwse wetenschapper die de theorie van een ijstijd lanceerde, wat destijds haaks stond op de Bijbelse zondvloedtheorie. Sánchez Castillo’s oeuvre gaat vaker over geschiedenis, macht en prestige. Dat levert opvallende beelden op, zoals deze metershoge sculptuur – handig voor wie hier tussen alle functionalistisch uitziende gebouwen de ingang zoekt.
Binnen, in de hal links, hangt een kunstwerk van Rafaël Rozendaal dat je dwingt om twee keer te kijken. Het is enkel een vlak met een cirkel erin, in roze-paars-blauwtinten, maar de kleuren verschieten als je erlangs loopt. Het is een lenticulair beeld, als techniek bekend van de ‘bewegende’ ansichtkaarten uit de jaren zeventig. Met zijn ‘nul-vorm’ is dit kunstwerk uit 2022 een mooie overgang naar de oudere Nul-kunst in de achterliggende ruimtes: geometrische vormen van Ad Dekkers en ritmische patronen van Jan Schoonhoven.

Artist impression van het werk Natura Magistra van Fernando Sánchez Castillo. Foto: Paula Garcia Fernandez.
“Het is kunst die rijmt met wat er in het gebouw gebeurt”, zegt Yvonne Grootenboer, conservator bij Kunstzaken van Amsterdam UMC. “Wetenschappers die inzoomen, soms met een abstractere benadering dan de gemiddelde ziekenhuisbezoeker.” Nul was in de jaren zestig een objectief bedoelde, onderzoekende kunstbeweging die het visuele afpelde tot een abstracte kern. Grootenboer zag meteen de link met geneeskundig onderzoek. “Het gaat om bestuderen, kijken, vergelijken”, zegt ze, terwijl we langs de bijna vijftig kunstwerken wandelen – zoals een gestippeld computerwerk van Peter Struycken. “In zo’n nieuw pand oogt alles uniform. Kunst brengt onderscheid en identiteit, het geeft het menselijke aan,” vervolgt ze. ‘Nul’ combineert ze er met verwante kunst van recentere datum. In 2005 maakte Clary Stolte vijf vierkanten, best wel Nul-achtig, maar van heel andere materialen zoals shampoo. Merapi Obermayer op haar beurt maakte seriële patronen met bonen en hout. Elk kunstwerk in RDC Adore heeft iets raadselachtigs, tot en met een sculptuur van Jablonowski beneden – een mysterieus beeld, al zijn er menselijke vormen in te ontdekken.
Al deze kunst, als je deze deelcollectie wilt samenvatten, gaat over mens-zijn en over verwondering. “Kunst om de waarneming te prikkelen,” aldus Grootenboer. Zo houdt de kunst gelijke tred met wat onderzoekers in dit gebouw doen: bestuderen, alles in ogenschouw nemen. Zoals het beeld van Sánchez Castillo voor de entree ook niet zomaar een portret is, maar ondersteboven staat. De reden is dat Agassiz in de 19e eeuw het wereldbeeld op zijn kop zette, zoals ook wetenschappers nu nog altijd fundamenten proberen te ondergraven, om zo te zoeken naar nieuwe, baanbrekende inzichten.

Op 14 mei werd het Research & Diagnostiek Centrum Adore officieel geopend door koningin Máxima. Het is het hart van de grootste onco-neuro-campus ter wereld, waar onderzoekers van Amsterdam UMC, Cancer Center Amsterdam en Amsterdam Neuroscience de handen ineenslaan. De synergie tussen de onderzoeksgebieden opent de weg naar spannend, nieuw wetenschappelijk terrein.
Tekst: Jasper Enklaar, Sandra Smets • Foto: Marieke de Lorijn
e processen die ten grondslag liggen aan een groot aantal neurologische en oncologische aandoeningen beter begrijpen: dat is wat initiatiefnemers Philip Scheltens en Geert Kazemier van meet af aan beogen met Adore. Het vraagt om intensieve samenwerking tussen de twee disciplines. Ze hebben immers veel raakvlakken, zoals al langer bekend is bij het onderzoek naar tumoren in de hersenen. Maar Adore gaat over iets groters, zegt Guus Smit, directeur van onderzoeksinstituut Amsterdam Neuroscience. “Er zijn lijnen van onderzoek die laten zien dat de hersenen regulerend kunnen zijn voor tumorgroei. Daar speelt ook het immuunsysteem een rol in. Tumoren gedijen in het complexe systeem van het lichaam. We zien dat er steeds meer raakvlakken zijn. Letterlijk: waar zenuwcellen bijvoorbeeld met tumorcellen praten. Hoe werken de onderdelen daar met elkaar samen op het moment dat het fout loopt? Dat grotere denken en kijken of je meerdere disciplines met elkaar kunt verbinden, die synergie opzoeken, is echt nieuw.”

Het Atrium verbindt het Imaging Center met RDC Adore.
'Iedereen die net als wij gelooft in samenwerking tussen neurologie en oncologie, kan meedoen'

60 miljoen
Ook op het gebied van fondsenwerving onderscheidt Adore zich van andere projecten. Tot nu toe hebben veel verschillende donateurs een bijdrage geleverd: het ministerie van Economische Zaken, de Europese Unie, de gemeente Amsterdam, het programma Kansen voor West, vermogensfondsen, stichtingen, bedrijven én particulieren. In het Atrium hangt een bord met de namen van een aantal gulle gevers die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van Adore. Inmiddels is een bedrag van rond de 60 miljoen euro binnengekomen. Daarmee kon het RDC Adore-gebouw gerealiseerd worden met alle state-of-the-art infrastructuur en kunnen de verschillende onderzoekslijnen een goede start maken. Om een ambitieus tienjarig onderzoeksprogramma te realiseren is nog eens 70 miljoen euro nodig.
Fundamenteel en klinisch
De eerste twaalf onderzoekslijnen zijn recent van start gegaan. Voor een deel richten deze programma’s zich op fundamenteel onderzoek naar neurologische en oncologische aandoeningen. Tegelijk zijn er ook projecten gericht op de klinische toepassing, zoals medicijnontwikkeling of celtherapie. Daarom is er een stevige clinical research support unit die onderzoekers daarin ondersteunt. Bijvoorbeeld in het gebruik van de grote rijkdom aan informatie waar Amsterdam UMC over beschikt dankzij de verschillende patiëntencohorten en biobanken die in de loop der jaren zijn opgebouwd. Een ander voorbeeld dat laat zien dat Adore dicht tegen de klinische praktijk aanzit, is de ultramoderne PET-scan die het hele lichaam in beeld kan brengen, tien keer gevoeliger dan andere beeldvorming. Daarmee is beter te zien of geneesmiddelen op de juiste plek in het lichaam aankomen. Smit: “Het zijn technologieën die in Adore mogelijk gemaakt zijn en die nu al ingezet worden om betere diagnoses te stellen.”
Ontmoeting stimuleren
Met Adore is het er nu: een gebouw én een infrastructuur. Zelfs in de architectuur van het hagelnieuwe RDC Adore-gebouw komt het streven naar synergie terug. Vanzelfsprekend is het zes verdiepingen tellende onderzoeksgebouw opgetrokken uit duurzame en toekomstbestendige materialen. De inrichting is helemaal gericht op de uitwisseling tussen verschillende disciplines.
In het verder strak vormgegeven 't Binnenhof leidt een organisch vormgegeven wenteltrap – in de wandelgangen al snel de ‘wokkeltrap’ gedoopt – omhoog naar de andere verdiepingen. Het kloppende hart van het gebouw is de lounge. Dat is bij uitstek de plek voor ontmoeten en kennisdelen. Daar worden de eerste ideeën geboren, getoetst en besproken. Rond ’t Binnenhof zijn conferentiezalen en werkruimtes waar ideeën verder uitgedacht en uitgewerkt worden.
“Het grappige is”, zegt Smit, “dat als je mensen echt bij elkaar brengt, ze van elkaar de mogelijkheden ontdekken. Dat kan technologie zijn, maar ook conceptueel. Je moet expertises echt bij elkaar brengen in één kamer, zodat de experts met elkaar gaan praten. Die leuke, nieuwe, spannende ontwikkelingen proberen we van harte te stimuleren.” De Adore-aanpak overstijgt overigens de fysieke omgeving van het nieuwe gebouw. Op meerdere plaatsen wordt aan Adore-projecten gewerkt: op de campus van de VU en de UvA, in Amsterdam UMC en ook buiten Amsterdam.
Bij de Adore-projecten zijn veel jonge, veelbelovende onderzoekers betrokken. Op de foto: promovenda Sophie Vromans.

Concentratie
“De organisatie van de wetenschap was er jarenlang op gericht om onderzoekers aan te moedigen en te trainen om in hun deelgebied de absolute top te zijn. Wetenschappers zijn hypergespecialiseerd”, zegt Maarten Bijlsma, wetenschappelijk directeur van Cancer Center Amsterdam. Maar dat is aan het veranderen. Het onderzoeksveld waar neurologie en oncologie elkaar raken is in opkomst, niet alleen in Nederland. Verschillende internationale publicaties laten de kracht van dit concept zien. En dat is niet zo gek, vindt Bijlsma. “We hebben in onze eigen silo’s technieken en knowhow die voor neurologie en oncologie heel goed te combineren zijn. Als ik met Guus praat, leer ik over tracing-methoden waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden, maar waarvan ik denk dat we daar vragen mee kunnen beantwoorden die we eerder niet konden beantwoorden. Door de uitwisseling te concentreren op één fysieke locatie kunnen we dat veel meer handen en voeten geven.”
Smit herkent het: “Wij zien het in onze afdelingen terug. Neurologie, de cardiologieafdeling, immunologen: we zijn allemaal bezig met ons eigen veld. Het is lastig om overstijgend werkzaam te zijn. Daar heb je extra energie voor nodig, extra middelen en aandacht, een structuur.”
Een van de onderzoekslijnen van Adore is TRANSVISION. In dit project onderzoeken Bart Westerman en Matthijs Verhage hoe de communicatie tussen hersencellen, zenuwcellen (neuronen) en tumorcellen verloopt en wat het effect daarvan is. Zij hebben een techniek ontwikkeld om gecontroleerd ‘ecosysteempjes’ van cellen te bouwen. Het idee is dat je die technologie kan gebruiken om interacties tussen cellen te bestuderen, want cellen wisselen allerlei informatie met elkaar uit. Het TRANSVISION-onderzoek probeert te ontdekken of en op welke manier deze communicatie bijdraagt aan het ziekteproces, zowel bij kanker als bij neurologische aandoeningen.
Het lijkt erop dat zenuwcellen ‘praten’ tegen de tumorcellen en zo bijdragen aan het ziekteproces en de groei van de tumor stimuleren. Met de ultragevoelige apparatuur van Adore is het nu mogelijk om veel systematischer dan ooit tevoren te begrijpen hoe cellen dat doen.
Deze experimenten kunnen nu realtime gedaan worden. Dat maakt het mogelijk precies te volgen waar een signaal vandaan komt, waar het naartoe reist en wat de gevolgen daarvan zijn. Bovendien kan het ‘gesprek’ van elke individuele cel op grote schaal worden afgeluisterd, bij honderden celparen tegelijkertijd. Het is een innovatieve aanpak die hier wordt ontwikkeld, uniek in de wereld. Dit levert een grote hoeveelheid data op, die informatie geeft over de rol van eiwitten in de interacties op celniveau, op een veel grotere schaal dan tot nu toe mogelijk was. Dit fundamentele onderzoek kan in de toekomst aanknopingspunten bieden voor therapieën voor neurologische en oncologische aandoeningen.
Het unieke ecosysteem van Adore is klaar om verder uitgebouwd te worden. Niet alleen in onderzoeksprojecten en financiering, maar ook in mensen. “Iedereen die net als wij gelooft in de samenwerking van oncologie en neurologie, kan meedoen”, zegt Bijlsma nadrukkelijk. “Met het gebouw dat we nu hebben en de support die we kunnen bieden, willen we iedereen laten aansluiten die dit idee kan ondersteunen en verder kan helpen uitbouwen.” •
Nieuwe generatie
Bij de verschillende projecten die van start gaan – en nog zullen beginnen – zijn veel jonge, veelbelovende onderzoekers betrokken, de postdocs en aios. Smit: “We krijgen een hele generatie mensen bij deze projecten voor wie het heel normaal is dat je met elkaar samenwerkt en met elkaar aan tafel zit. Het is stiekem onze hoop dat we zo een opening bieden naar een nieuw terrein van onderzoek, waarbij je anders te werk gaat. Als we dat voor elkaar krijgen, zou het spectaculair zijn.”
Met Adore is volgens Smit de juiste uitgangspositie gecreëerd om op termijn belangrijke wetenschappelijke doorbraken te bereiken. “We hebben nu al iets unieks, maar we zullen er de komende jaren keihard aan moeten trekken om onszelf goed te laten zien, met voorbeelden waarmee we kunnen aantonen dat we stappen hebben gezet die anderen niet hebben gezet, of dat we nieuwe dingen hebben gedaan die heel belangrijk zijn voor onze patiënten. Dan maken we het verschil.”
Ruud Wijdeven, core director van het CANDIDATE Center, Bart Westerman, focusgroepleider drug discovery and therapy development en Pieter van Bokhoven, chief scientific officer, in het CANDIDATE Center in RDC Adore. Hier wordt de brug geslagen tussen onderzoek naar ziektemechanismen en de ontwikkeling van medicijnen.

Het is een markante blikvanger die voor de entree van RDC Adore staat. Eenmaal binnen zal de bezoeker juist een heel andere kunst ontdekken, eentje die stukken ingetogener is.
Fernando Sánchez Castillo maakte speciaal voor dit gebouw een bronsplastiek van Jean Louis Rodolphe Agassiz: de 19e-eeuwse wetenschapper die de theorie van een ijstijd lanceerde, wat destijds haaks stond op de Bijbelse zondvloedtheorie. Sánchez Castillo’s oeuvre gaat vaker over geschiedenis, macht en prestige. Dat levert opvallende beelden op, zoals deze metershoge sculptuur – handig voor wie hier tussen alle functionalistisch uitziende gebouwen de ingang zoekt.
Binnen, in de hal links, hangt een kunstwerk van Rafaël Rozendaal dat je dwingt om twee keer te kijken. Het is enkel een vlak met een cirkel erin, in roze-paars-blauwtinten, maar de kleuren verschieten als je erlangs loopt. Het is een lenticulair beeld, als techniek bekend van de ‘bewegende’ ansichtkaarten uit de jaren zeventig. Met zijn ‘nul-vorm’ is dit kunstwerk uit 2022 een mooie overgang naar de oudere Nul-kunst in de achterliggende ruimtes: geometrische vormen van Ad Dekkers en ritmische patronen van Jan Schoonhoven.
“Het is kunst die rijmt met wat er in het gebouw gebeurt”, zegt Yvonne Grootenboer, conservator bij Kunstzaken van Amsterdam UMC. “Wetenschappers die inzoomen, soms met een abstractere benadering dan de gemiddelde ziekenhuisbezoeker.” Nul was in de jaren zestig een objectief bedoelde, onderzoekende kunstbeweging die het visuele afpelde tot een abstracte kern. Grootenboer zag meteen de link met geneeskundig onderzoek. “Het gaat om bestuderen, kijken, vergelijken”, zegt ze, terwijl we langs de bijna vijftig kunstwerken wandelen – zoals een gestippeld computerwerk van Peter Struycken. “In zo’n nieuw pand oogt alles uniform. Kunst brengt onderscheid en identiteit, het geeft het menselijke aan,” vervolgt ze. ‘Nul’ combineert ze er met verwante kunst van recentere datum. In 2005 maakte Clary Stolte vijf vierkanten, best wel Nul-achtig, maar van heel andere materialen zoals shampoo. Merapi Obermayer op haar beurt maakte seriële patronen met bonen en hout. Elk kunstwerk in RDC Adore heeft iets raadselachtigs, tot en met een sculptuur van Jablonowski beneden – een mysterieus beeld, al zijn er menselijke vormen in te ontdekken.
Al deze kunst, als je deze deelcollectie wilt samenvatten, gaat over mens-zijn en over verwondering. “Kunst om de waarneming te prikkelen,” aldus Grootenboer. Zo houdt de kunst gelijke tred met wat onderzoekers in dit gebouw doen: bestuderen, alles in ogenschouw nemen. Zoals het beeld van Sánchez Castillo voor de entree ook niet zomaar een portret is, maar ondersteboven staat. De reden is dat Agassiz in de 19e eeuw het wereldbeeld op zijn kop zette, zoals ook wetenschappers nu nog altijd fundamenten proberen te ondergraven, om zo te zoeken naar nieuwe, baanbrekende inzichten.
Artist impression van het werk Natura Magistra van Fernando Sánchez Castillo. Foto: Paula Garcia Fernandez.
