en-plakscenario

Eerstelijnszorg voor chronisch zieken opbouwen samen met lokale betrokkenen, zodat die zorg naadloos aansluit op de omgeving. Dat is de gedachte achter M-CARE, een vijfjarig internationaal onderzoeksproject in Kenia, Ghana en Oeganda. Het werd onlangs gehonoreerd met de prestigieuze Horizon Europe Grant van vier miljoen euro. Projectleider Charles Agyemang: “In deze co-creatie nemen we alle perspectieven mee.”
Tekst: Marleen Kamminga • Foto: Mark Horn
our health is your wealth’, luidt het motto van Charles Agyemang, epidemioloog en hoogleraar Global Migration, Ethnicity and Health aan Amsterdam UMC. Het is zijn missie om bij te dragen aan de rijkdom die gezondheid heet. Op kleine schaal doet hij dat in Amsterdam Zuidoost, waar hij met lokale gemeenschappen een laagdrempelig jaarlijks gezondheidsevenement opzette. Op grote schaal draagt hij met zijn onderzoekswerk bij aan het verkleinen van gezondheidsverschillen wereldwijd. Zo was hij projectleider van het RODAM-onderzoek naar obesitas en diabetes onder Afrikaanse migranten, om meer te weten te komen over de wisselwerking tussen leefomgeving en gezondheid.
Welvaartsziekten
De komende vijf jaar richt hij zijn aandacht op Kenia, Ghana en Oeganda; landen met lage en middeninkomens. Daar gaat hij met het project M-CARE onderzoeken hoe lokale eerstelijns zorgverleners het beste kunnen omgaan met de toename van patiënten met meerdere cardiometabole aandoeningen, niet-overdraagbare ziekten (NCD’s) die vaak gepaard gaan met mentale problemen. Agyemang: “Steeds meer mensen hebben er meerdere chronische aandoeningen tegelijk. In deze regio is de zorg vaak versnipperd over verschillende zorgverleners. M-CARE wil dat veranderen door alle benodigde zorg op één centrale plek aan te bieden.”
Dat er wereldwijd steeds meer mensen overlijden aan een combinatie van chronische ziekten, heeft te maken met hoe samenlevingen zich ontwikkelen, licht hij toe. “In landen met lage en middeninkomens zie je een toename van wat we hier ‘welvaartsziekten’ noemen, zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, diabetes en nierfalen. Eetgewoonten veranderen; het dieet bevat meer suiker, zout en vet. Tegelijkertijd worden mensen fysiek minder actief; gemotoriseerd verkeer neemt toe, er wordt minder gelopen. En ook de verstedelijking speelt een rol in de ‘verwestersing’ van leefstijl.”
Angst en depressie
Om preventie en behandeling daarvan te stimuleren in lage- en middeninkomenslanden, ontwikkelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een pakket aan evidence-based interventies: het Package of Essential NCD-interventions, kortweg PEN. De interventies zijn afgestemd op instellingen met weinig middelen. In hoeverre PEN daadwerkelijk wordt toegepast, is een vraag die M-CARE meeneemt in het onderzoek. “Door samen met betrokkenen de lokale situatie goed in kaart te brengen, kunnen we nagaan waar belemmeringen zijn om richtlijnen toe te passen”, verklaart Agyemang. Een van die belemmeringen heeft de WHO al langer op het netvlies.

Cardiometabole aandoeningen gaan in midden- en lage-inkomenslanden vaak gepaard met psychische problemen als angst en depressie. “Dat is niet zo vreemd als je bedenkt hoeveel impact ziekte heeft op het leven van mensen met weinig geld”, legt hij uit. “Als je van de hand in de tand moet leven, kun je geen spaargeld opbouwen om doktersrekeningen en medicijnen te betalen. Daar komen ook nog reiskosten van en naar zorgverleners bij. Tegelijkertijd verlies je inkomen omdat je niet kunt werken. Zo stapelt de stress zich op; angstklachten en depressie liggen al snel op de loer. Dan kan de behandeling in het gedrang komen en dat brengt vervolgens weer verergering van de fysieke klachten met zich mee. De kwaliteit van leven neemt af, de mortaliteit neemt toe en de kosten stijgen.”
‘Oplossingen moeten passen bij de realiteit van de gemeenschap’
Lokale context
Om te zorgen dat lokale zorgverleners veelvoorkomende psychische aandoeningen leren herkennen en behandelen, ontwikkelde de WHO de Mental Health Gap Action Programme intervention guidelines (mhGAP-IG). Samen met PEN vormen deze richtlijnen in beginsel een effectieve aanpak voor eerstelijns instellingen in de genoemde landen.
Hoe zorg je dat deze richtlijnen daadwerkelijk in praktijk worden gebracht? Een bekende wijsheid luidt: ‘Als je doet wat je altijd deed, dan krijg je wat je altijd kreeg’. Die vlieger gaat niet zomaar op als je hetzelfde doet in een andere context. Agyemang: “Wat vaak gebeurt, is wat ik het 'knip-en-plak-scenario' noem. Je voert iets uit in het westen en mensen denken: oh, het werkt hier, dus dan moet het daar ook werken. Maar de praktijk in lage- en middeninkomenslanden verschilt, dus moet je jezelf afvragen: wat maakt dat het daar wel of niet werkt? Pas als je dat weet, kun je het effectief aanpakken.”
M-CARE gaat daarom de lokale context op het platteland en in de stad in deze drie landen gedetailleerd in beeld brengen. Dat gebeurt samen met lokale stakeholders. “Zorgverleners, patiënten, bestuurders: al die stemmen willen we horen, zodat we precies weten wat er speelt. Als je het programma in co-creatie ontwerpt, dan neem je alle perspectieven mee. Anders leg je iets op wat niet werkt – niet omdat mensen niet wíllen komen, maar bijvoorbeeld omdat ze dan onmisbare inkomsten mislopen. Oplossingen moeten passen bij de realiteit van de gemeenschap.” •
De missie van M-CARE
In gesprek gaan, samen uitvoeringsplannen bedenken, pilots optuigen en evalueren, zorgverleners trainen: dat zijn de stappen die de M-CARE-onderzoekers de komende vijf jaar zetten. Het wordt een grote internationale samenwerking met het African Population and Health Research Center (APHRC), de University of Ghana, the London School of Economics en de University of Copenhagen. Agyemang hoopt al doende tot een aanpak te komen die opschaalbaar is naar lage- en middeninkomenslanden overal ter wereld. Een missie die naadloos aansluit bij A healthy future for all, de meerjarenstrategie van Amsterdam UMC. M-CARE, dat staat voor Implementation of an Integrated Care Model for Patients with Multiple Cardiometabolic and Mental Health Conditions in Sub-Saharan Africa, wil bijdragen aan de wereldwijde doelstelling om in 2030 het aantal vroegtijdige overlijdens door niet-overdraagbare ziekten met een kwart te hebben teruggedrongen. Wat ziet Agyemang daarin als de grootste uitdaging? “De diversiteit. Hoe ga je om met culturele verschillen, met al die verschillende perspectieven? En dat is tegelijkertijd het mooie eraan. Als je die uitdagingen overwint, dan kun je echt impact maken.”
en-plakscenario


Eerstelijnszorg voor chronisch zieken opbouwen samen met lokale betrokkenen, zodat die zorg naadloos aansluit op de omgeving. Dat is de gedachte achter M-CARE, een vijfjarig internationaal onderzoeksproject in Kenia, Ghana en Oeganda. Het werd onlangs gehonoreerd met de prestigieuze Horizon Europe Grant van vier miljoen euro. Projectleider Charles Agyemang: “In deze co-creatie nemen we alle perspectieven mee.”
Tekst: Marleen Kamminga • Foto: Mark Horn
our health is your wealth’, luidt het motto van Charles Agyemang, epidemioloog en hoogleraar Global Migration, Ethnicity and Health aan Amsterdam UMC. Het is zijn missie om bij te dragen aan de rijkdom die gezondheid heet. Op kleine schaal doet hij dat in Amsterdam Zuidoost, waar hij met lokale gemeenschappen een laagdrempelig jaarlijks gezondheidsevenement opzette. Op grote schaal draagt hij met zijn onderzoekswerk bij aan het verkleinen van gezondheidsverschillen wereldwijd. Zo was hij projectleider van het RODAM-onderzoek naar obesitas en diabetes onder Afrikaanse migranten, om meer te weten te komen over de wisselwerking tussen leefomgeving en gezondheid.
Welvaartsziekten
De komende vijf jaar richt hij zijn aandacht op Kenia, Ghana en Oeganda; landen met lage en middeninkomens. Daar gaat hij met het project M-CARE onderzoeken hoe lokale eerstelijns zorgverleners het beste kunnen omgaan met de toename van patiënten met meerdere cardiometabole aandoeningen, niet-overdraagbare ziekten (NCD’s) die vaak gepaard gaan met mentale problemen. Agyemang: “Steeds meer mensen hebben er meerdere chronische aandoeningen tegelijk. In deze regio is de zorg vaak versnipperd over verschillende zorgverleners. M-CARE wil dat veranderen door alle benodigde zorg op één centrale plek aan te bieden.”
Dat er wereldwijd steeds meer mensen overlijden aan een combinatie van chronische ziekten, heeft te maken met hoe samenlevingen zich ontwikkelen, licht hij toe. “In landen met lage en middeninkomens zie je een toename van wat we hier ‘welvaartsziekten’ noemen, zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, diabetes en nierfalen. Eetgewoonten veranderen; het dieet bevat meer suiker, zout en vet. Tegelijkertijd worden mensen fysiek minder actief; gemotoriseerd verkeer neemt toe, er wordt minder gelopen. En ook de verstedelijking speelt een rol in de ‘verwestersing’ van leefstijl.”
Angst en depressie
Om preventie en behandeling daarvan te stimuleren in lage- en middeninkomenslanden, ontwikkelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een pakket aan evidence-based interventies: het Package of Essential NCD-interventions, kortweg PEN. De interventies zijn afgestemd op instellingen met weinig middelen. In hoeverre PEN daadwerkelijk wordt toegepast, is een vraag die M-CARE meeneemt in het onderzoek. “Door samen met betrokkenen de lokale situatie goed in kaart te brengen, kunnen we nagaan waar belemmeringen zijn om richtlijnen toe te passen”, verklaart Agyemang. Een van die belemmeringen heeft de WHO al langer op het netvlies.
Cardiometabole aandoeningen gaan in midden- en lage-inkomenslanden vaak gepaard met psychische problemen als angst en depressie. “Dat is niet zo vreemd als je bedenkt hoeveel impact ziekte heeft op het leven van mensen met weinig geld”, legt hij uit. “Als je van de hand in de tand moet leven, kun je geen spaargeld opbouwen om doktersrekeningen en medicijnen te betalen. Daar komen ook nog reiskosten van en naar zorgverleners bij. Tegelijkertijd verlies je inkomen omdat je niet kunt werken. Zo stapelt de stress zich op; angstklachten en depressie liggen al snel op de loer. Dan kan de behandeling in het gedrang komen en dat brengt vervolgens weer verergering van de fysieke klachten met zich mee. De kwaliteit van leven neemt af, de mortaliteit neemt toe en de kosten stijgen.”
‘Oplossingen moeten passen bij de realiteit van de gemeenschap’
De missie van M-CARE
In gesprek gaan, samen uitvoeringsplannen bedenken, pilots optuigen en evalueren, zorgverleners trainen: dat zijn de stappen die de M-CARE-onderzoekers de komende vijf jaar zetten. Het wordt een grote internationale samenwerking met het African Population and Health Research Center (APHRC), de University of Ghana, the London School of Economics en de University of Copenhagen. Agyemang hoopt al doende tot een aanpak te komen die opschaalbaar is naar lage- en middeninkomenslanden overal ter wereld. Een missie die naadloos aansluit bij A healthy future for all, de meerjarenstrategie van Amsterdam UMC. M-CARE, dat staat voor Implementation of an Integrated Care Model for Patients with Multiple Cardiometabolic and Mental Health Conditions in Sub-Saharan Africa, wil bijdragen aan de wereldwijde doelstelling om in 2030 het aantal vroegtijdige overlijdens door niet-overdraagbare ziekten met een kwart te hebben teruggedrongen. Wat ziet Agyemang daarin als de grootste uitdaging? “De diversiteit. Hoe ga je om met culturele verschillen, met al die verschillende perspectieven? En dat is tegelijkertijd het mooie eraan. Als je die uitdagingen overwint, dan kun je echt impact maken.”
Lokale context
Om te zorgen dat lokale zorgverleners veelvoorkomende psychische aandoeningen leren herkennen en behandelen, ontwikkelde de WHO de Mental Health Gap Action Programme intervention guidelines (mhGAP-IG). Samen met PEN vormen deze richtlijnen in beginsel een effectieve aanpak voor eerstelijns instellingen in de genoemde landen.
Hoe zorg je dat deze richtlijnen daadwerkelijk in praktijk worden gebracht? Een bekende wijsheid luidt: ‘Als je doet wat je altijd deed, dan krijg je wat je altijd kreeg’. Die vlieger gaat niet zomaar op als je hetzelfde doet in een andere context. Agyemang: “Wat vaak gebeurt, is wat ik het 'knip-en-plak-scenario' noem. Je voert iets uit in het westen en mensen denken: oh, het werkt hier, dus dan moet het daar ook werken. Maar de praktijk in lage- en middeninkomenslanden verschilt, dus moet je jezelf afvragen: wat maakt dat het daar wel of niet werkt? Pas als je dat weet, kun je het effectief aanpakken.”
M-CARE gaat daarom de lokale context op het platteland en in de stad in deze drie landen gedetailleerd in beeld brengen. Dat gebeurt samen met lokale stakeholders. “Zorgverleners, patiënten, bestuurders: al die stemmen willen we horen, zodat we precies weten wat er speelt. Als je het programma in co-creatie ontwerpt, dan neem je alle perspectieven mee. Anders leg je iets op wat niet werkt – niet omdat mensen niet wíllen komen, maar bijvoorbeeld omdat ze dan onmisbare inkomsten mislopen. Oplossingen moeten passen bij de realiteit van de gemeenschap.” •