
GARDENIA: VERSPILLING VOORKOMEN
Om gepast gebruik van dure en weesgeneesmiddelen in de dagelijkse praktijk te onderzoeken of implementeren, kent Amsterdam UMC een speciaal programma: Gardenia. Doel van het programma is een meer geïndividualiseerde dosering of toedieningsvorm voor (subgroepen van) patiënten, om zo een dure behandeling te verkorten of op andere manieren verspilling te voorkomen.
De kosten van projecten binnen Gardenia moeten zichzelf terugverdienen en dat blijkt met de enorme budgetten die met dure geneesmiddelen gemoeid zijn vaak heel goed mogelijk.
Zo is onderzoek gedaan naar de toedieningsvorm van de monoclonale ontstekingsremmer vedoluzimab. Patiënten met inflammatoire darmziekten krijgen dit middel doorgaans in een standaarddosering per infuus. Maar zou het niet mogelijk zijn om patiënten dit middel zelf te laten toedienen via een onderhuidse injectie, en dan wel in een geïndividualiseerd interval, op basis van de concrete resultaten van de behandeling?
Uit de resultaten van een onderzoek naar deze switch blijkt dat maar liefst 87 procent van de patiënten het goed doet op een – veel goedkopere en meer laagdrempelige – injectie in plaats van een infuus waar een ziekenhuisbezoek voor nodig is. Die goedkopere toediening alleen al bespaart het ziekenhuis ruim 400.000 euro aan zorgkosten per jaar. Als driekwart van de patiënten ook nog eens naar een langer interval tussen de behandelingen kan omschakelen, wordt er aan medicatiekosten voor de maatschappij 750.000 euro per jaar bespaard. Trek daar de beperkte kosten voor het onderzoek vanaf – ruim 100.000 euro per jaar – en er blijft onder de streep nog steeds meer dan genoeg over om dit onderzoek de moeite waard te maken.
‘Beschikbaarheid van geneesmiddelen is key, maar wel tegen acceptabele kosten voor de BV Nederland’
Jeroen Melchers, strategisch inkoper geneesmiddelen
'De kracht van de werkgroep is de samenwerking van alle disciplines die met dure geneesmiddelen te maken hebben'
Greet den Hollander, controller

Jeroen Melchers • Foto: Gerritjan Huinink
De Commissie Dure en Weesgeneesmiddelen van Amsterdam UMC probeert de inzet van dure middelen zo efficiënt mogelijk te maken. “Natuurlijk, het is een manier om geld te besparen”, zegt Carla Hollak, hoogleraar Medicines and Society. “Maar voor ons als zorgverleners staat de optimale zorg voor patiënten toch voorop.”
Tekst: Rob Buiter • Foto's: Shutterstock
et is een vraag die waarschijnlijk niet meteen bij iedere zorgverlener op de lippen brandt bij het opstellen van een behandelplan: hoe verloopt de vergoeding van een specifiek medicijn precies, bij de zorgverzekeraar of bij de afdeling debiteuren/crediteuren van het ziekenhuis? Oncoloog Colinda Post kan dat haar collega’s ook niet echt kwalijk nemen. “De vergoeding van geneesmiddelen is ingewikkelde materie”, zegt ze met gevoel voor understatement.
In de ‘spoedcursus vergoeding geneesmiddelen’ die ze vervolgens geeft, vliegt een kluwen van spaghetti aan voorschrijvers, farmaceuten, de verschillende codes in het elektronisch patiëntendossier Epic en ook nog een mysterieuze ‘G-standaard’ door de lucht. “Snap je?” Nee dus. En dat snapt Post dan ook wel weer.
“Toen ik hier in 2018 als oncoloog aantrad, was er net een nieuw systeem van vergoeding van zorgkosten ingevoerd. Onze afdeling Oncologie was toen één van de grootleveranciers van niet-correcte declaraties. Middelen waar een verkeerde code aan was gehangen of andere fouten, waardoor veel kosten die het ziekenhuis maakte niet werden vergoed door de verzekeraars.”
Ondertussen gaat het wel ergens over; zeker in de oncologie waar net als in de hematologie, de reumatologie en de maag-, darm- en leverziekten relatief veel dure geneesmiddelen worden gebruikt. Maar liefst tien procent van het complete ziekenhuisbudget gaat op aan dure geneesmiddelen. Soms zijn dat middelen die meer dan een ton per jaar per patiënt kosten. Vandaar ook dat Amsterdam UMC in het Jaarplan 2025 een speerpunt heeft gemaakt van het terugbrengen van de verspilling van geneesmiddelen. Enerzijds moet die verspilling worden tegengegaan door zorgvuldig voorschrijven, coderen en declareren. Anderzijds valt er in het voorschrijven zelf ook nog het nodige te verbeteren. Is het daadwerkelijk nodig om een duur middel voor te schrijven of zijn er alternatieven?
Zijn er andere middelen, andere toedieningsvormen of andere doseringen denkbaar, waardoor er zomaar tonnen of zelfs miljoenen bespaard kunnen worden? Wat is, met andere woorden, gepast gebruik van met name al die dure middelen?

Colinda Post • Foto: Gerritjan Huinink
‘Maar liefst tien procent van het complete ziekenhuisbudget gaat op aan dure geneesmiddelen’
Colinda Post, oncoloog
Off-label
Onder andere om dat gepast gebruik te stimuleren kent Amsterdam UMC een Commissie Dure en Weesgeneesmiddelen. Iedere week houdt een speciale werkgroep van die commissie een kort overleg om knelpunten te bespreken of problemen te signaleren. Oncoloog Post is binnen die groep de specialist op het gebied van correcte declaraties en off-labelgebruik van geneesmiddelen – gebruik van een middel voor een indicatie waar het niet voor is geregistreerd. “Er valt enorm veel te winnen door dat beter te stroomlijnen. Voor off-labelgebruik bestaan goede wegen, zoals onderhandelen over een betere prijs bij de fabrikant, of zelfs gratis gebruik, tot aan speciale toestemming van de verzekeraar. Maar dan moet je de wegen dus wel goed bewandelen”, legt ze uit. Post werkt hierin samen met onder meer controller Greet den Hollander, die direct verantwoordelijk is voor het overzicht van dure geneesmiddelen die al in gebruik zijn of eraan komen. “Ieder kwartaal evalueren we het gebruik van de afgelopen periode en proberen we zo goed mogelijk in te schatten wat we in de nabije toekomst gaan voorschrijven”, vertelt Den Hollander.
“We hebben daardoor een goed beeld van wat er in Amsterdam UMC gebeurt en staat te gebeuren op het gebied van dure geneesmiddelen. We zijn daarmee ook de logische gesprekspartner voor ziektekostenverzekeraars. Dat vertaalt zich weer in goede afspraken over de vergoeding van geneesmiddelen.” Ze benadrukt: “De kracht van de werkgroep zit hem volgens mij in het bundelen van alle disciplines die met dure geneesmiddelen te maken hebben. Inkoop, verkoop, zorgadministratie, financieel adviseurs en medici zijn vertegenwoordigd, waardoor de lijntjes heel kort zijn en er bij vragen of problemen heel snel geschakeld kan worden.”

Greet den Hollander • Foto: Gerritjan Huinink
Waar dergelijk overleg tussen alle afnemers in een normale markt algauw als ‘kartelvorming’ bestempeld zou kunnen worden, benadrukt Melchers dat de Autoriteit Consument en Markt helemaal op de hoogte is en akkoord is met deze samenwerking. “De zorg is wat dat betreft natuurlijk geen gewone markt. Beschikbaarheid van geneesmiddelen is hier key”, weet hij. “Maar dan wel tegen acceptabele kosten voor de BV Nederland.” Ook de fabrikanten hebben baat bij goed overleg, zegt Melchers: “Zeker in het geval van umc's, met hun bijzondere patiëntenpopulaties, kunnen fabrikanten een hoop leren van bijvoorbeeld off-labelgebruik. Zij hebben dus ook belang bij een soepele samenwerking.”
BV Nederland
Binnen de commissie is Jeroen Melchers specialist op het gebied van de inkoop van geneesmiddelen. “Vanuit die rol informeer ik de commissie en het ziekenhuis bijvoorbeeld over aanstaande veranderingen in de prijs van een geneesmiddel. Vaak heeft dat met het aflopen van patenten te maken”, vertelt hij. “Het gebeurt nogal eens dat een fabrikant vlak voor het aflopen van een patent net een andere toedieningsvorm registreert of een net iets andere indicatie voor het middel, waardoor het patent nog kan worden verlengd. Evergreening wordt dat genoemd. Daar moeten wij ons als ziekenhuis bewust van zijn en waar mogelijk ons beleid op aanpassen.”
Melchers doet dat niet alleen. Als strategisch inkoper geneesmiddelen werkt hij samen met zijn collega’s van de andere zes universitair medische centra in de coöperatie Inkoop Ziekenhuisapotheken Academische ziekenhuizen. “We trekken samen op bij het bepalen van inkoopbeleid. Zo voorkomen we – ook samen met alle andere ziekenhuizen in Nederland – dat we op maar één fabrikant inzetten, terwijl er misschien wel vijf of zes mogelijke alternatieven zijn. Je wilt immers voorkomen dat er een te grote landelijke afhankelijkheid ontstaat van één leverancier. Op die manier proberen we van generieke middelen, die dus al uit patent zijn, de best mogelijke beschikbaarheid voor alle ziekenhuispatiënten in Nederland te garanderen.”
Bewustzijn
De vraag naar beter gepast gebruik van geneesmiddelen is niet van vandaag of gisteren. In 2018 kreeg Amsterdam UMC-hoogleraar Medicines and Society Carla Hollak een ‘Parel’ van
onderzoeksfinancier ZonMw voor haar onderzoek naar een doelmatiger inzet van een peperdure enzymtherapie bij de ziekte van Fabry. Niet helemaal toevallig heeft Hollak in Amsterdam UMC dan ook aan de basis gestaan van de ontwikkeling van de Commissie Dure en Weesgeneesmiddelen. “Het bewustzijn van de hoge prijs van bepaalde geneesmiddelen neemt gelukkig toe”, ziet Hollak. “We kunnen soms subsidie krijgen via programma’s van de overheid of zorgverzekeraars om gepast gebruik te stimuleren. Maar voor kleine projecten of het financieren van registers die nodig zijn voor gepast gebruik is het moeilijker om geld te krijgen. Dan wordt nogal eens gewezen naar de Beschikbaarheidsbijdrage Academische Zorg, de pot met geld die de umc's hebben om speciale projecten uit te betalen.” Melchers vult aan: “Maar de verzekeraars zijn ook met handen en voeten gebonden aan de wet- en regelgeving van de overheid. Het ligt in die zin misschien ook wel voor de hand dat wij zelf die handschoen oppakken.”
Nieuwe methoden
Met initiatieven als Medicijn voor de Maatschappij en Gardenia zet Hollak zich ook op andere manieren in om de zorg betaalbaar, eerlijk en bereikbaar te houden voor de patiënten. “Juist om innovatieve middelen een kans te geven én de zaak betaalbaar te houden, zijn nieuwe methoden nodig. Voor middelen die in de academie ontwikkeld worden, hebben we RARE-NL opgericht, een stichting die ten doel heeft om onder maatschappelijke voorwaarden met partners geneesmiddelen te ontwikkelen. Voor medicijnen van fabrikanten kunnen we bijdragen door, direct bij toegang, gepast gebruik toe te passen bij medicijnen waar nog onzekerheid is over effectiviteit. Zo voorkom je hoge kosten en onnodig gebruik. Voor een aantal geneesmiddelen voor zeldzame ziekten zijn we dat aan het uitzoeken in het Orphan Drug Access Protocol, dat wordt gefinancierd door zorgverzekeraars.”
Bijna zeven jaar na haar aantreden presteren Post en haar collega’s van de afdeling Oncologie een heel stuk beter in het ranglijstje met foutieve declaraties. “We staan allang niet meer bovenaan. De gekscherende missie was dat ik mijn eigen formatieplaats zou terugverdienen, via het verbeteren van de declaraties van geneesmiddelen”, lacht Post. “Inmiddels durf ik wel te stellen dat ik mijn salaris tot ergens rond mijn pensioen alvast heb terugverdiend.” •

Carla Hollak • Foto: Gerritjan Huinink
‘We moeten als zorgverleners regie houden op het gebruik van dure geneesmiddelen’
Carla Hollak, hoogleraar Medicines and Society
In sommige gevallen kan het ook betekenen dat we als ziekenhuis zelf betalen voor een duur geneesmiddel, simpelweg omdat we een patiënt niet in de steek willen laten. Dat heeft dan uiteraard niets te maken met een boekhoudkundige afrekening van de kosten van een gewonnen gezond levensjaar, maar met pure zorg.”

DE KOSTEN VAN EEN GEZOND LEVENSJAAR
De vraag die steeds vaker boven het gebruik van dure geneesmiddelen hangt, is wat een gewonnen gezond levensjaar mag kosten. Aan één zo’n zogeheten ‘qualy’ (Quality Adjusted Life Year) hangt bij ernstige ziekten een afgemeten prijkaartje: 80.000 euro.
Behalve trekker van verschillende projecten om medicijngebruik eerlijk, betaalbaar en toegankelijk te houden voor de patiënten, is hoogleraar Medicines and Society Carla Hollak ook lid van de Adviescommissie Pakket van het Zorginstituut Nederland. Daarin wordt dat prijskaartje van een gewonnen gezond levensjaar bediscussieerd. “Maar de vraag wat een geneesmiddel mag kosten is minder makkelijk te beantwoorden dan hij zo klinkt”, benadrukt Hollak. “Veel middelen die inmiddels al zijn toegelaten, hebben die kosteneffectiviteitsanalyse nooit ondergaan. Soms is het ook lastig om die analyse uit te voeren. Want als je vergelijkt met een niet-kosteneffectief middel, betaal je dan niet te veel? En als er veel onzekerheid is, kan je die analyse dan wel goed uitvoeren?”
Wanneer de kosteneffectiviteit van een middel onduidelijk is, is gepast gebruik door heel scherpe indicatiestelling van belang, benadrukt Hollak. “We moeten als zorgverleners regie houden op het gebruik van dure geneesmiddelen. Dat betekent dat wij moeten anticiperen op wat eraan komt en moeten zorgen dat de protocollen voor gepast gebruik bij wijze van spreken al klaarliggen. Maar dat is op systeemniveau, bij instroom van nieuwe middelen in Nederland. Voor individuele gevallen in het ziekenhuis moeten we ook alert zijn maar ligt het anders. In sommige gevallen kan dat betekenen dat je coulance aanvraagt bij de zorgverzekeraar, of de fabrikant vraagt om een stevige korting of zelfs om gratis middelen.

Jeroen Melchers, strategisch inkoper geneesmiddelen
‘Beschikbaarheid van geneesmiddelen is key, maar wel tegen acceptabele kosten voor de BV Nederland’
Jeroen Melchers • Foto: Gerritjan Huinink

De Commissie Dure en Weesgeneesmiddelen van Amsterdam UMC probeert de inzet van dure middelen zo efficiënt mogelijk te maken. “Natuurlijk, het is een manier om geld te besparen”, zegt Carla Hollak, hoogleraar Medicines and Society. “Maar voor ons als zorgverleners staat de optimale zorg voor patiënten toch voorop.”
Tekst: Rob Buiter • Foto's: Shutterstock
et is een vraag die waarschijnlijk niet meteen bij iedere zorgverlener op de lippen brandt bij het opstellen van een behandelplan: hoe verloopt de vergoeding van een specifiek medicijn precies, bij de zorgverzekeraar of bij de afdeling debiteuren/crediteuren van het ziekenhuis? Oncoloog Colinda Post kan dat haar collega’s ook niet echt kwalijk nemen. “De vergoeding van geneesmiddelen is ingewikkelde materie”, zegt ze met gevoel voor understatement.
In de ‘spoedcursus vergoeding geneesmiddelen’ die ze vervolgens geeft, vliegt een kluwen van spaghetti aan voorschrijvers, farmaceuten, de verschillende codes in het elektronisch patiëntendossier Epic en ook nog een mysterieuze ‘G-standaard’ door de lucht. “Snap je?” Nee dus. En dat snapt Post dan ook wel weer.
“Toen ik hier in 2018 als oncoloog aantrad, was er net een nieuw systeem van vergoeding van zorgkosten ingevoerd. Onze afdeling Oncologie was toen één van de grootleveranciers van niet-correcte declaraties. Middelen waar een verkeerde code aan was gehangen of andere fouten, waardoor veel kosten die het ziekenhuis maakte niet werden vergoed door de verzekeraars.”
Ondertussen gaat het wel ergens over; zeker in de oncologie waar net als in de hematologie, de reumatologie en de maag-, darm- en leverziekten relatief veel dure geneesmiddelen worden gebruikt. Maar liefst tien procent van het complete ziekenhuisbudget gaat op aan dure geneesmiddelen. Soms zijn dat middelen die meer dan een ton per jaar per patiënt kosten. Vandaar ook dat Amsterdam UMC in het Jaarplan 2025 een speerpunt heeft gemaakt van het terugbrengen van de verspilling van geneesmiddelen. Enerzijds moet die verspilling worden tegengegaan door zorgvuldig voorschrijven, coderen en declareren. Anderzijds valt er in het voorschrijven zelf ook nog het nodige te verbeteren. Is het daadwerkelijk nodig om een duur middel voor te schrijven of zijn er alternatieven?
Zijn er andere middelen, andere toedieningsvormen of andere doseringen denkbaar, waardoor er zomaar tonnen of zelfs miljoenen bespaard kunnen worden? Wat is, met andere woorden, gepast gebruik van met name al die dure middelen?

Colinda Post • Foto: Gerritjan Huinink
Colinda Post, oncoloog
‘Maar liefst tien procent van het complete ziekenhuisbudget gaat op aan dure geneesmiddelen’
Off-label
Onder andere om dat gepast gebruik te stimuleren kent Amsterdam UMC een Commissie Dure en Weesgeneesmiddelen. Iedere week houdt een speciale werkgroep van die commissie een kort overleg om knelpunten te bespreken of problemen te signaleren. Oncoloog Post is binnen die groep de specialist op het gebied van correcte declaraties en off-labelgebruik van geneesmiddelen – gebruik van een middel voor een indicatie waar het niet voor is geregistreerd. “Er valt enorm veel te winnen door dat beter te stroomlijnen. Voor off-labelgebruik bestaan goede wegen, zoals onderhandelen over een betere prijs bij de fabrikant, of zelfs gratis gebruik, tot aan speciale toestemming van de verzekeraar. Maar dan moet je de wegen dus wel goed bewandelen”, legt ze uit. Post werkt hierin samen met onder meer controller Greet den Hollander, die direct verantwoordelijk is voor het overzicht van dure geneesmiddelen die al in gebruik zijn of eraan komen. “Ieder kwartaal evalueren we het gebruik van de afgelopen periode en proberen we zo goed mogelijk in te schatten wat we in de nabije toekomst gaan voorschrijven”, vertelt Den Hollander.
“We hebben daardoor een goed beeld van wat er in Amsterdam UMC gebeurt en staat te gebeuren op het gebied van dure geneesmiddelen. We zijn daarmee ook de logische gesprekspartner voor ziektekostenverzekeraars. Dat vertaalt zich weer in goede afspraken over de vergoeding van geneesmiddelen.” Ze benadrukt: “De kracht van de werkgroep zit hem volgens mij in het bundelen van alle disciplines die met dure geneesmiddelen te maken hebben. Inkoop, verkoop, zorgadministratie, financieel adviseurs en medici zijn vertegenwoordigd, waardoor de lijntjes heel kort zijn en er bij vragen of problemen heel snel geschakeld kan worden.”

Greet den Hollander • Foto: Gerritjan Huinink
Greet den Hollander, controller
'De kracht van de werkgroep is de samenwerking van alle disciplines die met dure geneesmiddelen te maken hebben'
BV Nederland
Binnen de commissie is Jeroen Melchers specialist op het gebied van de inkoop van geneesmiddelen. “Vanuit die rol informeer ik de commissie en het ziekenhuis bijvoorbeeld over aanstaande veranderingen in de prijs van een geneesmiddel. Vaak heeft dat met het aflopen van patenten te maken”, vertelt hij. “Het gebeurt nogal eens dat een fabrikant vlak voor het aflopen van een patent net een andere toedieningsvorm registreert of een net iets andere indicatie voor het middel, waardoor het patent nog kan worden verlengd. Evergreening wordt dat genoemd. Daar moeten wij ons als ziekenhuis bewust van zijn en waar mogelijk ons beleid op aanpassen.”
Melchers doet dat niet alleen. Als strategisch inkoper geneesmiddelen werkt hij samen met zijn collega’s van de andere zes universitair medische centra in de coöperatie Inkoop Ziekenhuisapotheken Academische ziekenhuizen. “We trekken samen op bij het bepalen van inkoopbeleid. Zo voorkomen we – ook samen met alle andere ziekenhuizen in Nederland – dat we op maar één fabrikant inzetten, terwijl er misschien wel vijf of zes mogelijke alternatieven zijn. Je wilt immers voorkomen dat er een te grote landelijke afhankelijkheid ontstaat van één leverancier. Op die manier proberen we van generieke middelen, die dus al uit patent zijn, de best mogelijke beschikbaarheid voor alle ziekenhuispatiënten in Nederland te garanderen.”
GARDENIA: VERSPILLING VOORKOMEN
Om gepast gebruik van dure en weesgeneesmiddelen in de dagelijkse praktijk te onderzoeken of implementeren, kent Amsterdam UMC een speciaal programma: Gardenia. Doel van het programma is een meer geïndividualiseerde dosering of toedieningsvorm voor (subgroepen van) patiënten, om zo een dure behandeling te verkorten of op andere manieren verspilling te voorkomen.
De kosten van projecten binnen Gardenia moeten zichzelf terugverdienen en dat blijkt met de enorme budgetten die met dure geneesmiddelen gemoeid zijn vaak heel goed mogelijk.
Zo is onderzoek gedaan naar de toedieningsvorm van de monoclonale ontstekingsremmer vedoluzimab. Patiënten met inflammatoire darmziekten krijgen dit middel doorgaans in een standaarddosering per infuus. Maar zou het niet mogelijk zijn om patiënten dit middel zelf te laten toedienen via een onderhuidse injectie, en dan wel in een geïndividualiseerd interval, op basis van de concrete resultaten van de behandeling?
Uit de resultaten van een onderzoek naar deze switch blijkt dat maar liefst 87 procent van de patiënten het goed doet op een – veel goedkopere en meer laagdrempelige – injectie in plaats van een infuus waar een ziekenhuisbezoek voor nodig is. Die goedkopere toediening alleen al bespaart het ziekenhuis ruim 400.000 euro aan zorgkosten per jaar. Als driekwart van de patiënten ook nog eens naar een langer interval tussen de behandelingen kan omschakelen, wordt er aan medicatiekosten voor de maatschappij 750.000 euro per jaar bespaard. Trek daar de beperkte kosten voor het onderzoek vanaf – ruim 100.000 euro per jaar – en er blijft onder de streep nog steeds meer dan genoeg over om dit onderzoek de moeite waard te maken.
Carla Hollak, hoogleraar Medicines and Society
‘We moeten als zorgverleners regie houden op het gebruik van dure geneesmiddelen’
Carla Hollak • Foto: Gerritjan Huinink

Bijna zeven jaar na haar aantreden presteren Post en haar collega’s van de afdeling Oncologie een heel stuk beter in het ranglijstje met foutieve declaraties. “We staan allang niet meer bovenaan. De gekscherende missie was dat ik mijn eigen formatieplaats zou terugverdienen, via het verbeteren van de declaraties van geneesmiddelen”, lacht Post. “Inmiddels durf ik wel te stellen dat ik mijn salaris tot ergens rond mijn pensioen alvast heb terugverdiend.” •
Nieuwe methoden
Met initiatieven als Medicijn voor de Maatschappij en Gardenia zet Hollak zich ook op andere manieren in om de zorg betaalbaar, eerlijk en bereikbaar te houden voor de patiënten. “Juist om innovatieve middelen een kans te geven én de zaak betaalbaar te houden, zijn nieuwe methoden nodig. Voor middelen die in de academie ontwikkeld worden, hebben we RARE-NL opgericht, een stichting die ten doel heeft om onder maatschappelijke voorwaarden met partners geneesmiddelen te ontwikkelen. Voor medicijnen van fabrikanten kunnen we bijdragen door, direct bij toegang, gepast gebruik toe te passen bij medicijnen waar nog onzekerheid is over effectiviteit. Zo voorkom je hoge kosten en onnodig gebruik. Voor een aantal geneesmiddelen voor zeldzame ziekten zijn we dat aan het uitzoeken in het Orphan Drug Access Protocol, dat wordt gefinancierd door zorgverzekeraars.”
Bewustzijn
De vraag naar beter gepast gebruik van geneesmiddelen is niet van vandaag of gisteren. In 2018 kreeg Amsterdam UMC-hoogleraar Medicines and Society Carla Hollak een ‘Parel’ van
onderzoeksfinancier ZonMw voor haar onderzoek naar een doelmatiger inzet van een peperdure enzymtherapie bij de ziekte van Fabry. Niet helemaal toevallig heeft Hollak in Amsterdam UMC dan ook aan de basis gestaan van de ontwikkeling van de Commissie Dure en Weesgeneesmiddelen. “Het bewustzijn van de hoge prijs van bepaalde geneesmiddelen neemt gelukkig toe”, ziet Hollak. “We kunnen soms subsidie krijgen via programma’s van de overheid of zorgverzekeraars om gepast gebruik te stimuleren. Maar voor kleine projecten of het financieren van registers die nodig zijn voor gepast gebruik is het moeilijker om geld te krijgen. Dan wordt nogal eens gewezen naar de Beschikbaarheidsbijdrage Academische Zorg, de pot met geld die de umc's hebben om speciale projecten uit te betalen.” Melchers vult aan: “Maar de verzekeraars zijn ook met handen en voeten gebonden aan de wet- en regelgeving van de overheid. Het ligt in die zin misschien ook wel voor de hand dat wij zelf die handschoen oppakken.”
In sommige gevallen kan het ook betekenen dat we als ziekenhuis zelf betalen voor een duur geneesmiddel, simpelweg omdat we een patiënt niet in de steek willen laten. Dat heeft dan uiteraard niets te maken met een boekhoudkundige afrekening van de kosten van een gewonnen gezond levensjaar, maar met pure zorg.”

DE KOSTEN VAN EEN GEZOND LEVENSJAAR
De vraag die steeds vaker boven het gebruik van dure geneesmiddelen hangt, is wat een gewonnen gezond levensjaar mag kosten. Aan één zo’n zogeheten ‘qualy’ (Quality Adjusted Life Year) hangt bij ernstige ziekten een afgemeten prijkaartje: 80.000 euro.
Behalve trekker van verschillende projecten om medicijngebruik eerlijk, betaalbaar en toegankelijk te houden voor de patiënten, is hoogleraar Medicines and Society Carla Hollak ook lid van de Adviescommissie Pakket van het Zorginstituut Nederland. Daarin wordt dat prijskaartje van een gewonnen gezond levensjaar bediscussieerd. “Maar de vraag wat een geneesmiddel mag kosten is minder makkelijk te beantwoorden dan hij zo klinkt”, benadrukt Hollak. “Veel middelen die inmiddels al zijn toegelaten, hebben die kosteneffectiviteitsanalyse nooit ondergaan. Soms is het ook lastig om die analyse uit te voeren. Want als je vergelijkt met een niet-kosteneffectief middel, betaal je dan niet te veel? En als er veel onzekerheid is, kan je die analyse dan wel goed uitvoeren?”
Wanneer de kosteneffectiviteit van een middel onduidelijk is, is gepast gebruik door heel scherpe indicatiestelling van belang, benadrukt Hollak. “We moeten als zorgverleners regie houden op het gebruik van dure geneesmiddelen. Dat betekent dat wij moeten anticiperen op wat eraan komt en moeten zorgen dat de protocollen voor gepast gebruik bij wijze van spreken al klaarliggen. Maar dat is op systeemniveau, bij instroom van nieuwe middelen in Nederland. Voor individuele gevallen in het ziekenhuis moeten we ook alert zijn maar ligt het anders. In sommige gevallen kan dat betekenen dat je coulance aanvraagt bij de zorgverzekeraar, of de fabrikant vraagt om een stevige korting of zelfs om gratis middelen.