Cor Allaart en Marco Götte in 2023
Foto: Mark Horn
Quote
‘Volksgezondheid is niet het gevolg van 18 miljoen individuele keuzes, maar van politieke beslissingen over hoe we onze samenleving en economie inrichten’
Dat stellen Wilma Waterlander, Luc Hagenaars en Coosje Dijkstra, onderzoekers van de afdeling Public and Occupational Health van Amsterdam UMC. Het huidige preventiebeleid bereikt te weinig, omdat te veel wordt gekeken naar de leefstijl van individuen. Er is te weinig aandacht voor de achterliggende oorzaken van gezondheidsproblemen, zoals armoede, ongezonde voedselomgevingen en slechte huisvesting. Onderzoek toont immers aan dat leefstijl vooral het gevolg is van de omgeving, politieke keuzes en economische structuren.
Een brief met die strekking schreven ze naar Kamerleden, in aanloop naar het Tweede Kamerdebat over preventiebeleid voor een gezonde generatie in 2040. Daarin stellen zij verandering voor op 4 punten. Eén: stop met leefstijlprojecten die weinig effect hebben en investeer het vrijgekomen geld in structurele oplossingen. Twee: stel wettelijke gezondheidsdoelen, die worden vertaald naar concrete plannen voor ministeries en economische sectoren. Drie: maak machtsstructuren en commerciële belangen zichtbaar. En vier: investeer in kennis over hoe we voor verandering kunnen zorgen. “Alleen door de structurele oorzaken van ongezondheid daadwerkelijk aan te pakken, kunnen we gezondheid een centrale plek geven in brede welvaart en een sterke economie”, aldus de onderzoekers.

Innovatie
Ablatie met MRI
Al jarenlang wordt in Amsterdam UMC hard gewerkt aan de ontwikkeling van MRI-geleide hartinterventies. Afgelopen april is voor het eerst gebruikgemaakt van MRI tijdens de verhitting (ablatie) van hartweefsel van een patiënt met een complexe hartritmestoornis: ventrikelaritmie. Tot nu toe bekeek het behandelteam 2D-röntgenbeelden tijdens deze complexe ingreep. MRI geeft betere beelden in 3D, maar het was eerder niet mogelijk om het bij dergelijke behandelingen in te zetten. “MRI-beelden geven tijdens de ablatie beter zicht op de anatomie van het hart en de voor de behandeling gebruikte instrumenten. Bij MRI is de hele omgeving van het hart zichtbaar, inclusief de omliggende structuren, zoals de bloedvaten en de kleppen. En MRI biedt de mogelijkheid om direct de effecten van de ingreep op het hartweefsel te zien”, aldus beeldvormend cardioloog Marco Götte, initiator en projectleider van het onderzoeksprogramma. De innovatie zit niet alleen in de gebruikte technieken, benadrukt hij. “Het gaat evenzeer om de nieuwe werkwijze en samenwerking, zowel tussen de interventiecardioloog en beeldvormend cardioloog, als tussen de afdelingen Cardiologie, Radiologie & Nucleaire geneeskunde, Anesthesiologie en Medische Technologie.” In het nieuwe Amsterdam UMC Hartcentrum, nu in aanbouw, komt een hartkatheterisatiekamer die is uitgerust met een hypermoderne MRI-scanner. Hoogleraar en cardioloog-elektrofysioloog Cor Allaart: “Innovatieve inzet van MRI bij hartinterventies heeft volgens ons echt de toekomst.”
Cijfer
800.000
euro bedraagt de ZonMw Open subsidie voor onderzoek naar reumatoïde artritis, dat Amsterdam UMC en LUMC gezamenlijk gaan uitvoeren. Bij reumatoïde artritis (RA) spelen B-cellen een schadelijke rol door ontstekingsreacties te veroorzaken in de gewrichten. Dit kan leiden tot pijn, invaliditeit en een verminderde kwaliteit van leven. Momenteel is niet bekend hoe deze schadelijke B-cellen ontstaan en blijven bestaan, omdat dit gebeurt in moeilijk toegankelijke delen van het lichaam. Het doel van dit project is om specifieke B-cellen afkomstig van verschillende delen van het afweersysteem (zoals bloed, lymfeklieren, beenmerg en ontstoken gewrichtsweefsel) in verschillende fasen van RA te bestuderen. Het team van hoogleraar Sander Tas gaat onderzoeken hoe deze cellen veranderen en hoe ze kunnen worden gestopt om schade te voorkomen. De resultaten kunnen helpen om nieuwe behandelingen te ontwikkelen om RA te voorkomen of beter te beheersen, om de gezondheid van patiënten te verbeteren en de zorgkosten te verlagen. Deze strategie kan mogelijk ook nieuwe inzichten bieden voor andere auto-immuunziekten.
Publicatie
Nieuwe test bij bacteriële hersenvliesontsteking
Onderzoekers van Amsterdam UMC hebben een nieuwe test ontwikkeld die een levensbedreigende bacteriële hersenvliesontsteking snel en accuraat kan vaststellen. De test meet het CRP-eiwit in hersenvocht. CRP wordt al veelvuldig in bloed getest om bacteriële infecties aan te tonen, maar de waarde van deze test in hersenvocht was tot nu toe niet goed onderzocht. Gebleken is nu dat verhoogd CRP in hersenvocht een zeer betrouwbare indicator is voor bacteriële meningitis.
Onderzoeker en neuroloog Matthijs Brouwer: “Het onderscheid tussen bacteriële hersenvliesontsteking en aandoeningen die daarop lijken is voor artsen vaak lastig. Tot nu toe ontbraken betrouwbare diagnostische tests om dit onderscheid snel te maken.” Daardoor werd adequate behandeling soms te laat gestart, terwijl snelle diagnose en behandeling cruciaal zijn. Brouwer: ”Het is een enorme winst dat de bestaande infrastructuur van het laboratorium gebruikt kan worden voor de CRP-metingen in hersenvocht. Hierdoor is de testuitslag een half uur na de ruggenprik al bekend en kan er dus ook snel gestart worden met de juiste behandeling van de patiënt”. Bacteriële hersenvliesontsteking is een levensbedreigende aandoening waarbij 1 op de 6 patiënten overlijdt en de helft van de overlevenden restverschijnselen houdt.
De studie is gepubliceerd in The Lancet Regional Health Europe.

foto: Shutterstock
Preventie
Minder operaties na beroerte
In Nederland worden elk jaar ongeveer 2.000 mensen met een halsslagadervernauwing geopereerd nadat ze een beroerte hebben gehad. Dertig jaar geleden bleek uit grote onderzoeken dat een operatie door de vaatchirurg, waarbij een vernauwing in de halsslagader weggehaald wordt, de kans op een nieuwe beroerte kleiner maakt. Hierdoor is dit nationaal en internationaal de standaardbehandeling voor deze patiënten geworden. Sindsdien zijn de medicijnen die deze patiënten naast hun operatie krijgen – zoals bloedverdunners en medicatie voor cholesterol en hoge bloeddruk – sterk verbeterd. Onderzoekers vroegen zich daarom af of de routinematige operaties aan de halsslagader nog wel nodig zijn bij alle patiënten. Nieuw Europees onderzoek onder leiding van neuroloog Paul Nederkoorn van Amsterdam UMC heeft nu aangetoond dat dit inderdaad niet altijd meer het geval is: “Voor het overgrote deel van deze patiënten, in Nederland misschien wel tot zo’n 75 procent, is mogelijk alleen medicatie al voldoende om het risico op een volgende beroerte te verkleinen. Het is voor de patiënt een stuk fijner om niet geopereerd te hoeven worden én het scheelt veel zorgkosten”, zegt Nederkoorn over de resultaten van het onderzoek. De onderzoekers verwachten dat de nationale en internationale richtlijnen binnenkort zullen worden aangepast. Nederkoorn: “In Amsterdam UMC zijn we samen met de vaatchirurgen de richtlijn aan het aanpassen en worden specifieke patiënten, met een laag tot gemiddeld risico op nog een beroerte, niet meer standaard geopereerd.”
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Lancet Neurology.
Opleiding
Meer inzet op preventie
Amsterdam UMC en UMC Utrecht starten met de gezamenlijke (vervolg)opleiding arts Maatschappij en Gezondheid. Ze hebben hiertoe samen het Universitair Public Health Opleidingsinstituut (UPHO) opgericht, dat inmiddels is erkend door de registratiecommissie Geneeskundig Specialismen (RGS). De eerste groep van 11 artsen in opleiding tot specialist heeft zich al ingeschreven en start op 1 september. In maart 2026 kan de tweede groep starten.
De vervolgopleiding is bedoeld voor basisartsen die aanvullend al een 2-jarige profielopleiding tot bijvoorbeeld jeugdarts of arts Infectieziektebestrijding hebben gevolgd. De opleiding tot arts Maatschappij en Gezondheid duurt ook twee jaar en richt zich meer op beleid, management en wetenschappelijk onderzoek.
Met deze vervolgopleiding vergroten beide umc’s de zichtbaarheid van het vakgebied Public Health en daarmee ook preventie in de academische wereld. Het past bovendien goed in de gezamenlijke strategie van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU).
Quote
‘Volksgezondheid is niet het gevolg van 18 miljoen individuele keuzes, maar van politieke beslissingen over hoe we onze samenleving en economie inrichten’
Dat stellen Wilma Waterlander, Luc Hagenaars en Coosje Dijkstra, onderzoekers van de afdeling Public and Occupational Health van Amsterdam UMC. Het huidige preventiebeleid bereikt te weinig, omdat te veel wordt gekeken naar de leefstijl van individuen. Er is te weinig aandacht voor de achterliggende oorzaken van gezondheidsproblemen, zoals armoede, ongezonde voedselomgevingen en slechte huisvesting. Onderzoek toont immers aan dat leefstijl vooral het gevolg is van de omgeving, politieke keuzes en economische structuren.
Een brief met die strekking schreven ze naar Kamerleden, in aanloop naar het Tweede Kamerdebat over preventiebeleid voor een gezonde generatie in 2040. Daarin stellen zij verandering voor op 4 punten. Eén: stop met leefstijlprojecten die weinig effect hebben en investeer het vrijgekomen geld in structurele oplossingen. Twee: stel wettelijke gezondheidsdoelen, die worden vertaald naar concrete plannen voor ministeries en economische sectoren. Drie: maak machtsstructuren en commerciële belangen zichtbaar. En vier: investeer in kennis over hoe we voor verandering kunnen zorgen. “Alleen door de structurele oorzaken van ongezondheid daadwerkelijk aan te pakken, kunnen we gezondheid een centrale plek geven in brede welvaart en een sterke economie”, aldus de onderzoekers.
Cor Allaart en Marco Götte in 2023
Foto: Mark Horn

Preventie
Minder operaties na beroerte
In Nederland worden elk jaar ongeveer 2.000 mensen met een halsslagadervernauwing geopereerd nadat ze een beroerte hebben gehad. Dertig jaar geleden bleek uit grote onderzoeken dat een operatie door de vaatchirurg, waarbij een vernauwing in de halsslagader weggehaald wordt, de kans op een nieuwe beroerte kleiner maakt. Hierdoor is dit nationaal en internationaal de standaardbehandeling voor deze patiënten geworden. Sindsdien zijn de medicijnen die deze patiënten naast hun operatie krijgen – zoals bloedverdunners en medicatie voor cholesterol en hoge bloeddruk – sterk verbeterd. Onderzoekers vroegen zich daarom af of de routinematige operaties aan de halsslagader nog wel nodig zijn bij alle patiënten. Nieuw Europees onderzoek onder leiding van neuroloog Paul Nederkoorn van Amsterdam UMC heeft nu aangetoond dat dit inderdaad niet altijd meer het geval is: “Voor het overgrote deel van deze patiënten, in Nederland misschien wel tot zo’n 75 procent, is mogelijk alleen medicatie al voldoende om het risico op een volgende beroerte te verkleinen.
Het is voor de patiënt een stuk fijner om niet geopereerd te hoeven worden én het scheelt veel zorgkosten”, zegt Nederkoorn over de resultaten van het onderzoek. De onderzoekers verwachten dat de nationale en internationale richtlijnen binnenkort zullen worden aangepast. Nederkoorn: “In Amsterdam UMC zijn we samen met de vaatchirurgen de richtlijn aan het aanpassen en worden specifieke patiënten, met een laag tot gemiddeld risico op nog een beroerte, niet meer standaard geopereerd.”
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Lancet Neurology.
foto: Shutterstock
Innovatie
Ablatie met MRI
Al jarenlang wordt in Amsterdam UMC hard gewerkt aan de ontwikkeling van MRI-geleide hartinterventies. Afgelopen april is voor het eerst gebruikgemaakt van MRI tijdens de verhitting (ablatie) van hartweefsel van een patiënt met een complexe hartritmestoornis: ventrikelaritmie. Tot nu toe bekeek het behandelteam 2D-röntgenbeelden tijdens deze complexe ingreep. MRI geeft betere beelden in 3D, maar het was eerder niet mogelijk om het bij dergelijke behandelingen in te zetten. “MRI-beelden geven tijdens de ablatie beter zicht op de anatomie van het hart en de voor de behandeling gebruikte instrumenten. Bij MRI is de hele omgeving van het hart zichtbaar, inclusief de omliggende structuren, zoals de bloedvaten en de kleppen. En MRI biedt de mogelijkheid om direct de effecten van de ingreep op het hartweefsel te zien”, aldus beeldvormend cardioloog Marco Götte, initiator en projectleider van het onderzoeksprogramma. De innovatie zit niet alleen in de gebruikte technieken, benadrukt hij. “Het gaat evenzeer om de nieuwe werkwijze en samenwerking, zowel tussen de interventiecardioloog en beeldvormend cardioloog, als tussen de afdelingen Cardiologie, Radiologie & Nucleaire geneeskunde, Anesthesiologie en Medische Technologie.” In het nieuwe Amsterdam UMC Hartcentrum, nu in aanbouw, komt een hartkatheterisatiekamer die is uitgerust met een hypermoderne MRI-scanner. Hoogleraar en cardioloog-elektrofysioloog Cor Allaart: “Innovatieve inzet van MRI bij hartinterventies heeft volgens ons echt de toekomst.”
Cijfer
800.000
euro bedraagt de ZonMw Open subsidie voor onderzoek naar reumatoïde artritis, dat Amsterdam UMC en LUMC gezamenlijk gaan uitvoeren. Bij reumatoïde artritis (RA) spelen B-cellen een schadelijke rol door ontstekingsreacties te veroorzaken in de gewrichten. Dit kan leiden tot pijn, invaliditeit en een verminderde kwaliteit van leven. Momenteel is niet bekend hoe deze schadelijke B-cellen ontstaan en blijven bestaan, omdat dit gebeurt in moeilijk toegankelijke delen van het lichaam. Het doel van dit project is om specifieke B-cellen afkomstig van verschillende delen van het afweersysteem (zoals bloed, lymfeklieren, beenmerg en ontstoken gewrichtsweefsel) in verschillende fasen van RA te bestuderen. Het team van hoogleraar Sander Tas gaat onderzoeken hoe deze cellen veranderen en hoe ze kunnen worden gestopt om schade te voorkomen. De resultaten kunnen helpen om nieuwe behandelingen te ontwikkelen om RA te voorkomen of beter te beheersen, om de gezondheid van patiënten te verbeteren en de zorgkosten te verlagen. Deze strategie kan mogelijk ook nieuwe inzichten bieden voor andere auto-immuunziekten.
Publicatie
Nieuwe test bij bacteriële hersenvliesontsteking
Onderzoekers van Amsterdam UMC hebben een nieuwe test ontwikkeld die een levensbedreigende bacteriële hersenvliesontsteking snel en accuraat kan vaststellen. De test meet het CRP-eiwit in hersenvocht. CRP wordt al veelvuldig in bloed getest om bacteriële infecties aan te tonen, maar de waarde van deze test in hersenvocht was tot nu toe niet goed onderzocht. Gebleken is nu dat verhoogd CRP in hersenvocht een zeer betrouwbare indicator is voor bacteriële meningitis.
Onderzoeker en neuroloog Matthijs Brouwer: “Het onderscheid tussen bacteriële hersenvliesontsteking en aandoeningen die daarop lijken is voor artsen vaak lastig. Tot nu toe ontbraken betrouwbare diagnostische tests om dit onderscheid snel te maken.” Daardoor werd adequate behandeling soms te laat gestart, terwijl snelle diagnose en behandeling cruciaal zijn. Brouwer: ”Het is een enorme winst dat de bestaande infrastructuur van het laboratorium gebruikt kan worden voor de CRP-metingen in hersenvocht. Hierdoor is de testuitslag een half uur na de ruggenprik al bekend en kan er dus ook snel gestart worden met de juiste behandeling van de patiënt”. Bacteriële hersenvliesontsteking is een levensbedreigende aandoening waarbij 1 op de 6 patiënten overlijdt en de helft van de overlevenden restverschijnselen houdt.
De studie is gepubliceerd in The Lancet Regional Health Europe.

Opleiding
Meer inzet op preventie
Amsterdam UMC en UMC Utrecht starten met de gezamenlijke (vervolg)opleiding arts Maatschappij en Gezondheid. Ze hebben hiertoe samen het Universitair Public Health Opleidingsinstituut (UPHO) opgericht, dat inmiddels is erkend door de registratiecommissie Geneeskundig Specialismen (RGS). De eerste groep van 11 artsen in opleiding tot specialist heeft zich al ingeschreven en start op 1 september. In maart 2026 kan de tweede groep starten.
De vervolgopleiding is bedoeld voor basisartsen die aanvullend al een 2-jarige profielopleiding tot bijvoorbeeld jeugdarts of arts Infectieziektebestrijding hebben gevolgd. De opleiding tot arts Maatschappij en Gezondheid duurt ook twee jaar en richt zich meer op beleid, management en wetenschappelijk onderzoek.
Met deze vervolgopleiding vergroten beide umc’s de zichtbaarheid van het vakgebied Public Health en daarmee ook preventie in de academische wereld. Het past bovendien goed in de gezamenlijke strategie van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU).