Dementie is een lastig ziektebeeld en het wordt nog complexer. Onderzoekers van Amsterdam UMC en Maastricht UMC+ hebben bij alzheimer, de belangrijkste vorm van dementie, vijf duidelijke varianten onderscheiden. “Het wordt ingewikkelder”, zegt neuro-informaticus Betty Tijms van het Alzheimercentrum. “Dat is juist wat ik wil. Eerder geteste medicijnen werken niet of matig en we kunnen nu kijken of behandelingen beter werken bij een bepaalde variant.”
Tekst: Marc van den Broek • Foto: Mark Horn
lzheimer, ongeveer 70 procent van dementiegevallen, komt in rasse schreden op ons af. En een behandeling voor de ziekte is er nog niet. Een therapie werkt soms bij de ene en niet bij de andere patiënt. Het beloop van de ziekte is verschillend, soms snel, soms langzaam en de symptomen verschillen vaak. Waarom? “De vondst van de subtypes kan dit mogelijk verklaren”, zegt Tijms. Ze heeft samengewerkt met Pieter Jelle Visser, hoogleraar Moleculaire Epidemiologie van de ziekte van Alzheimer aan Maastricht UMC+.
Het onderzoek loopt al een tijdje. “In 2020 publiceerden we in Brain de ontdekking van drie subtypes. We zitten nu op vijf, schreven we begin dit jaar in Nature Aging.” Tijms en Visser kwamen tot hun indeling door in het hersenvocht van patiënten met alzheimer ruim duizend eiwitten die bij alzheimer zijn betrokken, te inventariseren. Tijms: “Met de computer zochten we vervolgens naar clusters. Bij één groep patiënten vinden we een serie eiwitten en in de volgende groep vinden we andere, om het eenvoudig te houden. We zouden dit in theorie met de hand kunnen doen, maar dat zou jaren duren. De computer doet het veel sneller en ziet patronen die je niet snel zelf zou vinden.”
En dan? Tijms: “Verder zoeken. We hebben het hersenvocht van patiënten van ons Alzheimercentrum gebruikt. Die zijn gemiddeld onder de zeventig, relatief jong. We willen kijken hoe het zit met tachtig-plussers, de meeste mensen met alzheimer. Dan vinden we zeker de vijf gevonden varianten, maar wie weet ook andere. Ik kan me voorstellen dat er wel tien subtypes zijn. We verfijnen steeds verder voor zolang het zinnig is voor de behandeling.”
Het zoeken naar varianten is geen einddoel, stelt Tijms. “Wat betekent onze vondst? Uiteindelijk willen we patiënten beter behandelen, maar we hebben geen toegang tot data om aan te tonen dat dat lukt. Er zitten meer dan 140 medicijnen voor alzheimer in de pijplijn. Soms weet ik al: dat medicijn kan effectief zijn bij het subtype waar het afweersysteem niet goed is geactiveerd. Die groep heeft baat bij een medicijn dat het afweersysteem een boost geeft. Bij een ander type is het afweersysteem te actief. Die groep wil je dat medicijn niet geven.”
De onderzoekers willen met farmabedrijven, die medicijnen op de plank hebben liggen, per alzheimer-variant kijken welk middel werkzaam zou zijn. “Het kan hard gaan. Dit zijn spannende tijden voor het alzheimer-onderzoek.” •
lzheimer, ongeveer 70 procent van dementiegevallen, komt in rasse schreden op ons af. En een behandeling voor de ziekte is er nog niet. Een therapie werkt soms bij de ene en niet bij de andere patiënt. Het beloop van de ziekte is verschillend, soms snel, soms langzaam en de symptomen verschillen vaak. Waarom? “De vondst van de subtypes kan dit mogelijk verklaren”, zegt Tijms. Ze heeft samengewerkt met Pieter Jelle Visser, hoogleraar Moleculaire Epidemiologie van de ziekte van Alzheimer aan Maastricht UMC+.
Het onderzoek loopt al een tijdje. “In 2020 publiceerden we in Brain de ontdekking van drie subtypes. We zitten nu op vijf, schreven we begin dit jaar in Nature Aging.” Tijms en Visser kwamen tot hun indeling door in het hersenvocht van patiënten met alzheimer ruim duizend eiwitten die bij alzheimer zijn betrokken, te inventariseren. Tijms: “Met de computer zochten we vervolgens naar clusters. Bij één groep patiënten vinden we een serie eiwitten en in de volgende groep vinden we andere, om het eenvoudig te houden. We zouden dit in theorie met de hand kunnen doen, maar dat zou jaren duren. De computer doet het veel sneller en ziet patronen die je niet snel zelf zou vinden.”
En dan? Tijms: “Verder zoeken. We hebben het hersenvocht van patiënten van ons Alzheimercentrum gebruikt. Die zijn gemiddeld onder de zeventig, relatief jong. We willen kijken hoe het zit met tachtig-plussers, de meeste mensen met alzheimer. Dan vinden we zeker de vijf gevonden varianten, maar wie weet ook andere. Ik kan me voorstellen dat er wel tien subtypes zijn. We verfijnen steeds verder voor zolang het zinnig is voor de behandeling.”
Het zoeken naar varianten is geen einddoel, stelt Tijms. “Wat betekent onze vondst? Uiteindelijk willen we patiënten beter behandelen, maar we hebben geen toegang tot data om aan te tonen dat dat lukt. Er zitten meer dan 140 medicijnen voor alzheimer in de pijplijn. Soms weet ik al: dat medicijn kan effectief zijn bij het subtype waar het afweersysteem niet goed is geactiveerd. Die groep heeft baat bij een medicijn dat het afweersysteem een boost geeft. Bij een ander type is het afweersysteem te actief. Die groep wil je dat medicijn niet geven.”
De onderzoekers willen met farmabedrijven, die medicijnen op de plank hebben liggen, per alzheimer-variant kijken welk middel werkzaam zou zijn. “Het kan hard gaan. Dit zijn spannende tijden voor het alzheimer-onderzoek.” •
Tekst: Marc van den Broek • Foto: Mark Horn
Dementie is een lastig ziektebeeld en het wordt nog complexer. Onderzoekers van Amsterdam UMC en Maastricht UMC+ hebben bij alzheimer, de belangrijkste vorm van dementie, vijf duidelijke varianten onderscheiden. “Het wordt ingewikkelder”, zegt neuro-informaticus Betty Tijms van het Alzheimercentrum. “Dat is juist wat ik wil. Eerder geteste medicijnen werken niet of matig en we kunnen nu kijken of behandelingen beter werken bij een bepaalde variant.”