JANUS  •  populair-wetenschappelijk tijdschrift Amsterdam UMC 
kort
Nieuws uit Amsterdam UMC

Publicatie

Kunstmatige intelligentie helpt voorspellen of antidepressivum werkt bij patiënt  

Bij patiënten met ernstige depressie binnen een week voorspellen of een antidepressivum zal werken? Met de inzet van kunstmatige intelligentie, een hersenscan en klinische informatie van de individuele patiënt blijkt dit behoorlijk goed te kunnen. Hoogleraar Neuroradiologie Liesbeth Reneman: “Dit is belangrijk nieuws voor patiënten. Vaak duurt het wel 6 tot 8 weken voordat duidelijk is of een antidepressivum aanslaat.” De resultaten van het onderzoek van Amsterdam UMC in samenwerking met Radboudumc zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift American Journal of Psychiatry.

De onderzoekers hebben een methode ontwikkeld waarmee voor patiënten voorspeld kan worden of ze baat gaan hebben bij een behandeling met het antidepressivum sertraline, al voordat de behandeling begint. Dat deden zij op basis van gegevens uit een eerder in de Verenigde Staten uitgevoerde studie. Daar werden MRI-scans en klinische data afgenomen bij 229 patiënten met een matige tot ernstige depressie. De scans werden gemaakt vóór, en één week na de start van de behandeling met sertraline, of een placebo. De onderzoekers van Amsterdam UMC lieten op deze data een algoritme, een wiskundige formule, los. Uit hun validatie blijkt dat het algoritme 2/3 van de patiënten die normaal tevergeefs medicatie zouden nemen, vooraf al geïdentificeerd kunnen worden.

Liesbeth Reneman

Quote
'Waarom Harry Potter een held werd en Tom Riddle de schurk Voldemort'.
Het is bekend dat kinderen die vervelende gebeurtenissen meemaken vaker psychische klachten ontwikkelen, zoals Tom Riddle uit de Harry Potter-boekenreeks. Toch zijn er ook Harry Potters: kinderen met wie het ondanks nare gebeurtenissen later goed gaat. Hoe komt dit en wat betekent dit voor de hulpverlening? Hoe kan je voorkomen dat kinderen zich ontwikkelen zoals Tom Riddle? In een notendop zijn dit de centrale onderzoeksvragen van Christel Middeldorp, hoogleraar Gezinspsychiatrie.

Middeldorp gebruikt de analogie van Harry Potter en Tom Riddle om duidelijk te maken dat psychische klachten ontstaan door een ingewikkeld samenspel van genen en omgeving. “Je zou bij elke volwassene in de ggz moeten vragen naar het functioneren van hun kinderen, omdat veel psychische problemen een genetische basis hebben. En andersom: bij kinderen die in de ggz terechtkomen, kunnen de ouders ook psychische klachten hebben. In dat geval is het zinvol om ook hen hulp te bieden, want ouder en kind beïnvloeden elkaar. Door zowel het kind als (beide) ouder(s) te behandelen kan je voorkomen dat psychische klachten escaleren, ook op langere termijn.”

Getal
€4,5 miljoen
Dat bedrag stelt de Bill & Melinda Gates Foundation beschikbaar voor de ontwikkeling van een vaccin tegen hiv. Wereldwijd zijn er naar schatting 40 miljoen mensen met hiv, het virus dat aids veroorzaakt. Tweederde van deze groep woont op het Afrikaanse continent. In 2022 stierven meer dan 600.000 mensen aan hiv-gerelateerde oorzaken en raakten meer dan 1,3 miljoen mensen geïnfecteerd. Er bestaat nog geen vaccin tegen de - na tuberculose - tweede dodelijkste infectie ter wereld. Projectleider Rogier Sanders is positief over de mogelijkheid een vaccin te ontwikkelen.

"We hopen een preventief vaccin te kunnen ontwikkelen door immunogenen te ontwerpen en te testen die neutraliserende antistoffen tegen hiv opwekken. Tot nu toe is dit nog niemand gelukt", zegt Sanders, hoogleraar Virologie aan Amsterdam UMC. Volgens Sanders zijn er echter redenen om positief te zijn. "Er is momenteel veel optimisme op het gebied van hiv-vaccins. Er zijn behoorlijk wat positieve resultaten uit verschillende vroege-onderzoeksfasen naar experimentele vaccins die een afweerreactie uitlokken tegen een breed scala aan hiv-varianten", legt Sanders uit. "Alle vaccins die tot nu toe gefaald hebben, waren niet in staat om neutraliserende antistoffen op te wekken, laat staan breed neutraliserende antistoffen. Maar er is intussen een hele mooie vooruitgang geboekt."

Het team van Sanders heeft onlangs een belangrijke stap gezet met een ‘priming’ vaccin dat in een fase I-studie in proefpersonen in New York, Washington en Amsterdam (in Amsterdam UMC), werd getest.

foto: Shutterstock

Proefschrift

Meerderheid patiënten met alvleesklierkanker krijgt geen chemotherapie of andere tumorgerichte behandeling

Uit onderzoek blijkt dat 60% van de patiënten met alvleesklierkanker geen tumorgerichte behandeling krijgt. Een landelijk samenwerkingsverband van medisch specialisten onderzocht onder ruim 5800 patiënten of zij de overlevingskansen bij alvleesklierkanker in heel Nederland konden verbeteren. Ze keken of door betere naleving van bestaande richtlijnen en door middel van bijscholing en betere voorlichting de overlevingskansen van patiënten zouden verbeteren. “Alhoewel landelijk een aantal behandelingen verbeterde, vertaalde zich dit niet in overlevingswinst voor alle patiënten”, zegt chirurg Marc Besselink van Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam. 

Alvleesklierkanker is een van de meest dodelijke vormen van kanker met meestal een overleving van slechts enkele maanden. De onderzoekers hoopten op betere overleving na het landelijk doorvoeren van de richtlijnen. “Wat vooral opviel is dat 60% van de patiënten geen tumorgerichte behandeling voor alvleesklierkanker krijgt. Er wordt afgezien van chemotherapie of bestraling en patiënten ondergaan soms geen operatie”, aldus arts-onderzoeker Simone Augustinus van de Dutch Pancreatic Cancer Group die recent op dit onderzoek promoveerde. Casper van Eijck, chirurg Erasmus MC: “Dit zijn natuurlijk zorgelijke cijfers, maar zegt ook iets over de ernst van de ziekte alvleesklierkanker. We vermoeden dat artsen bij een deel van de patiënten chemotherapie afraden gezien hun slechte algehele conditie en eveneens vanwege zorgen over achteruitgang van de kwaliteit van leven.”

Uitvoering van het onderzoek

De onderzoekers kozen vijf ‘beste behandelingen’ uit de huidige richtlijn, die behandelaars volgens eerder onderzoek onvoldoende toepassen in de dagelijkse praktijk. Het ging om optimale voorlichting, goed gebruik van chemotherapie, betere opname van de voeding door gebruik alvleesklierenzymen met begeleiding door diëtisten, en het plaatsen van metalen stents in plaats van plastic stents om galobstructie door de kanker op te heffen. Vervolgens verdeelden de onderzoekers alle ziekenhuizen in Nederland in 17 regio’s. Elke 6 weken implementeerden ze in een nieuwe regio de ‘beste behandelingen’. Gedurende de studieperiode zijn alle patiënten in Nederland met de diagnose alvleesklierkanker geïncludeerd in het onderzoek. Ondanks de invoering en naleving van de richtlijnen verbeterde de overleving dus niet.

Vervolgonderzoek nodig

Wereldwijd is dit het eerste gerandomiseerde onderzoek waarbij álle patiënten met alvleesklierkanker in een land meedoen. Hoogleraar Hanneke Wilmink, internist-oncoloog Amsterdam UMC: “Vervolgonderzoek moet zich nu richten op welke patiënten terecht en onterecht geen therapie krijgen en waarom dit zo is.” 

kort
JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift
Nieuws uit Amsterdam UMC

Publicatie

Kunstmatige intelligentie helpt voorspellen of antidepressivum werkt bij patiënt  

Bij patiënten met ernstige depressie binnen een week voorspellen of een antidepressivum zal werken? Met de inzet van kunstmatige intelligentie, een hersenscan en klinische informatie van de individuele patiënt blijkt dit behoorlijk goed te kunnen. Hoogleraar Neuroradiologie Liesbeth Reneman: “Dit is belangrijk nieuws voor patiënten. Vaak duurt het wel 6 tot 8 weken voordat duidelijk is of een antidepressivum aanslaat.” De resultaten van het onderzoek van Amsterdam UMC in samenwerking met Radboudumc zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift American Journal of Psychiatry.

De onderzoekers hebben een methode ontwikkeld waarmee voor patiënten voorspeld kan worden of ze baat gaan hebben bij een behandeling met het antidepressivum sertraline, al voordat de behandeling begint. Dat deden zij op basis van gegevens uit een eerder in de Verenigde Staten uitgevoerde studie. Daar werden MRI-scans en klinische data afgenomen bij 229 patiënten met een matige tot ernstige depressie. De scans werden gemaakt vóór, en één week na de start van de behandeling met sertraline, of een placebo. De onderzoekers van Amsterdam UMC lieten op deze data een algoritme, een wiskundige formule, los. Uit hun validatie blijkt dat het algoritme 2/3 van de patiënten die normaal tevergeefs medicatie zouden nemen, vooraf al geïdentificeerd kunnen worden.

Liesbeth Reneman

Quote
'Waarom Harry Potter een held werd en Tom Riddle de schurk Voldemort'.
Het is bekend dat kinderen die vervelende gebeurtenissen meemaken vaker psychische klachten ontwikkelen, zoals Tom Riddle uit de Harry Potter-boekenreeks. Toch zijn er ook Harry Potters: kinderen met wie het ondanks nare gebeurtenissen later goed gaat. Hoe komt dit en wat betekent dit voor de hulpverlening? Hoe kan je voorkomen dat kinderen zich ontwikkelen zoals Tom Riddle? In een notendop zijn dit de centrale onderzoeksvragen van Christel Middeldorp, hoogleraar Gezinspsychiatrie.

Middeldorp gebruikt de analogie van Harry Potter en Tom Riddle om duidelijk te maken dat psychische klachten ontstaan door een ingewikkeld samenspel van genen en omgeving. “Je zou bij elke volwassene in de ggz moeten vragen naar het functioneren van hun kinderen, omdat veel psychische problemen een genetische basis hebben. En andersom: bij kinderen die in de ggz terechtkomen, kunnen de ouders ook psychische klachten hebben. In dat geval is het zinvol om ook hen hulp te bieden, want ouder en kind beïnvloeden elkaar. Door zowel het kind als (beide) ouder(s) te behandelen kan je voorkomen dat psychische klachten escaleren, ook op langere termijn.”

Getal
€4,5 miljoen
Dat bedrag stelt de Bill & Melinda Gates Foundation beschikbaar voor de ontwikkeling van een vaccin tegen hiv. Wereldwijd zijn er naar schatting 40 miljoen mensen met hiv, het virus dat aids veroorzaakt. Tweederde van deze groep woont op het Afrikaanse continent. In 2022 stierven meer dan 600.000 mensen aan hiv-gerelateerde oorzaken en raakten meer dan 1,3 miljoen mensen geïnfecteerd. Er bestaat nog geen vaccin tegen de - na tuberculose - tweede dodelijkste infectie ter wereld. Projectleider Rogier Sanders is positief over de mogelijkheid een vaccin te ontwikkelen.

"We hopen een preventief vaccin te kunnen ontwikkelen door immunogenen te ontwerpen en te testen die neutraliserende antistoffen tegen hiv opwekken. Tot nu toe is dit nog niemand gelukt", zegt Sanders, hoogleraar Virologie aan Amsterdam UMC. Volgens Sanders zijn er echter redenen om positief te zijn. "Er is momenteel veel optimisme op het gebied van hiv-vaccins. Er zijn behoorlijk wat positieve resultaten uit verschillende vroege-onderzoeksfasen naar experimentele vaccins die een afweerreactie uitlokken tegen een breed scala aan hiv-varianten", legt Sanders uit. "Alle vaccins die tot nu toe gefaald hebben, waren niet in staat om neutraliserende antistoffen op te wekken, laat staan breed neutraliserende antistoffen. Maar er is intussen een hele mooie vooruitgang geboekt."

Het team van Sanders heeft onlangs een belangrijke stap gezet met een ‘priming’ vaccin dat in een fase I-studie in proefpersonen in New York, Washington en Amsterdam (in Amsterdam UMC), werd getest.

foto: Shutterstock

Proefschrift

Meerderheid patiënten met alvleesklierkanker krijgt geen chemotherapie of andere tumorgerichte behandeling

Uit onderzoek blijkt dat 60% van de patiënten met alvleesklierkanker geen tumorgerichte behandeling krijgt. Een landelijk samenwerkingsverband van medisch specialisten onderzocht onder ruim 5800 patiënten of zij de overlevingskansen bij alvleesklierkanker in heel Nederland konden verbeteren. Ze keken of door betere naleving van bestaande richtlijnen en door middel van bijscholing en betere voorlichting de overlevingskansen van patiënten zouden verbeteren. “Alhoewel landelijk een aantal behandelingen verbeterde, vertaalde zich dit niet in overlevingswinst voor alle patiënten”, zegt chirurg Marc Besselink van Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam. 

Alvleesklierkanker is een van de meest dodelijke vormen van kanker met meestal een overleving van slechts enkele maanden. De onderzoekers hoopten op betere overleving na het landelijk doorvoeren van de richtlijnen. “Wat vooral opviel is dat 60% van de patiënten geen tumorgerichte behandeling voor alvleesklierkanker krijgt. Er wordt afgezien van chemotherapie of bestraling en patiënten ondergaan soms geen operatie”, aldus arts-onderzoeker Simone Augustinus van de Dutch Pancreatic Cancer Group die recent op dit onderzoek promoveerde. Casper van Eijck, chirurg Erasmus MC: “Dit zijn natuurlijk zorgelijke cijfers, maar zegt ook iets over de ernst van de ziekte alvleesklierkanker. We vermoeden dat artsen bij een deel van de patiënten chemotherapie afraden gezien hun slechte algehele conditie en eveneens vanwege zorgen over achteruitgang van de kwaliteit van leven.”

Uitvoering van het onderzoek

De onderzoekers kozen vijf ‘beste behandelingen’ uit de huidige richtlijn, die behandelaars volgens eerder onderzoek onvoldoende toepassen in de dagelijkse praktijk. Het ging om optimale voorlichting, goed gebruik van chemotherapie, betere opname van de voeding door gebruik alvleesklierenzymen met begeleiding door diëtisten, en het plaatsen van metalen stents in plaats van plastic stents om galobstructie door de kanker op te heffen. Vervolgens verdeelden de onderzoekers alle ziekenhuizen in Nederland in 17 regio’s. Elke 6 weken implementeerden ze in een nieuwe regio de ‘beste behandelingen’. Gedurende de studieperiode zijn alle patiënten in Nederland met de diagnose alvleesklierkanker geïncludeerd in het onderzoek. Ondanks de invoering en naleving van de richtlijnen verbeterde de overleving dus niet.

Vervolgonderzoek nodig

Wereldwijd is dit het eerste gerandomiseerde onderzoek waarbij álle patiënten met alvleesklierkanker in een land meedoen. Hoogleraar Hanneke Wilmink, internist-oncoloog Amsterdam UMC: “Vervolgonderzoek moet zich nu richten op welke patiënten terecht en onterecht geen therapie krijgen en waarom dit zo is.” 

Publicatie
Betere keuzes bij prostaatverwijdering

Met betere beeldvorming kunnen urologen betere keuzes maken bij prostaatverwijdering met een robot. “2D-beelden van een MRI-scan kunnen we omzetten naar 3D-modellen. Hierdoor kunnen de chirurgen precies zien waar de tumor zit en daardoor beter bepalen of ze bijvoorbeeld een deel van de plasbuis of de zenuwen kunnen sparen, of juist niet”, zegt Hans Veerman. Hij deed promotieonderzoek naar kwaliteitsverbetering van de robot-geassisteerde laparoscopische radicale prostatectomie (RALP), een kijkoperatie waarbij de chirurg met een robot de prostaat verwijdert bij een patiënt met prostaatkanker. Veerman keek ook naar verschillende strategieën om blaaskrampen te voorkomen. “Als de patiënt onrustig wakker wordt na de operatie en hij voelt allerlei prikkels rond de wond bij de blaas, is een automatische reactie om de katheter eruit te willen trekken. Dit blijkt het best te voorkomen door tijdens de operatie een verdovend middel in de blaas achter te laten.”

Veerman is de eerste promovendus bij zowel Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam als Antoni van Leeuwenhoek. Hij deed zijn onderzoek binnen ProstaatKankerNetwerk Nederland, een samenwerkingsverband van 13 ziekenhuizen om prostaatkankerpatiënten in de regio Noord-Holland en Flevoland de beste zorg te geven. In deze regio wordt ongeveer een kwart van alle Nederlandse prostaatkankerpatiënten behandeld