gezichtspunt 
Tijdverdrijver

Eva Roos is arts-onderzoeker en patholoog

in opleiding bij Amsterdam UMC

Foto: Mark Horn

T

erwijl ik probeer een bespreking te schrijven over een biopt van een nogal ingewikkelde tumor, gaat mijn sein over. “Goedemiddag, heb je even tijd?” “Nee…”, mompel ik, voordat ik me realiseer dat er daadwerkelijk een chirurg aan de lijn hangt die iets wil vragen. “Euh ja tuurlijk.” Eigenlijk geen tijd hebben voor een x-hoeveelheid taken in een x-hoeveelheid tijd, is waar dan ook in het ziekenhuis herkenbaar. Ik wens regelmatig een Tijdverdrijver. Een apparaatje uitgevonden door J.K. Rowling in haar Harry Potter boeken waarmee je terug kan gaan in de tijd en daardoor meerdere taken op hetzelfde moment kan uitvoeren. 

Het ziekenhuis functioneert in een ritme dat ontstond toen artsen eenverdieners waren die in de buurt van het ziekenhuis woonden. Inmiddels is iedereen tweeverdiener, zijn het begin en einde van de dag een grote puzzel van huiselijke logistiek en is er een vrachtlading aan administratie bijgekomen. Maar het ritme van het ziekenhuis, start om half 8, klaar na 18.00 uur, is hetzelfde gebleven. 

Een paar maanden geleden schreef een collega, Berend van Doorn, een artikel waarin hij voorstelde de overdracht van de chirurgie 30 minuten later te laten beginnen *. Wat volgde was, naast veel lof, ook een tsunami aan kritiek. Hoe haalde hij het in zijn hoofd dit te suggereren? Voor sommigen is tijd een constante factor, en dient aan tijdstippen voor een dag start, lengtes van overleggen en werktijden niet gesleuteld te worden. 

Ook Isaac Newton dacht eind 17e eeuw dat de tijd constant was. Het duurde wel even, maar in 1905 stelde Albert Einstein de hypothese op die beschrijft wat elk mens wat op vakantie is instinctief weet: tijd varieert, afhankelijk van andere factoren. In de jaren ‘70 bewezen twee natuurkundigen dat tijd flexibel is door een geniaal experiment uit te voeren met atoomklokken in vliegtuigen (lees erover als u tijd heeft).  

Ik ben geen clinicus. Zeg je dat je bij de pathologie werkt en het eerste wat artsen van andere specialismen vragen is wanneer je begint met werken. Pathologen beginnen om 08.15 uur/08.30 uur en zijn dus de luxepoezen van het ziekenhuis. Maar niet iedereen heeft die mazzel. Flexibelere werktijden is een veelgenoemde wens van jonge artsen. Ze zien het zitten taken te verdelen en minder te verdienen om in ruil daarvoor meer tijd te hebben binnen en buiten hun werk **. De zorg zal het in de toekomst toch van deze generatie moeten hebben. Het veranderen van het ritme van het ziekenhuis is misschien niet zo eenvoudig, maar gezien het algemeen gebrek aan Tijdverdrijvers, is Berend zijn idee zo gek nog niet. 

*Berend van Doorn, Medisch Contact 2023

** Enquête startende medisch specialist De Jonge Specialist 2023

JANUS  •  populair-wetenschappelijk tijdschrift Amsterdam UMC 

Eva Roos is arts-onderzoeker en patholoog

in opleiding bij Amsterdam UMC

Foto: Mark Horn

JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift

erwijl ik probeer een bespreking te schrijven over een biopt van een nogal ingewikkelde tumor, gaat mijn sein over. “Goedemiddag, heb je even tijd?” “Nee…”, mompel ik, voordat ik me realiseer dat er daadwerkelijk een chirurg aan de lijn hangt die iets wil vragen. “Euh ja tuurlijk.” Eigenlijk geen tijd hebben voor een x-hoeveelheid taken in een x-hoeveelheid tijd, is waar dan ook in het ziekenhuis herkenbaar. Ik wens regelmatig een Tijdverdrijver. Een apparaatje uitgevonden door J.K. Rowling in haar Harry Potter boeken waarmee je terug kan gaan in de tijd en daardoor meerdere taken op hetzelfde moment kan uitvoeren. 

Het ziekenhuis functioneert in een ritme dat ontstond toen artsen eenverdieners waren die in de buurt van het ziekenhuis woonden. Inmiddels is iedereen tweeverdiener, zijn het begin en einde van de dag een grote puzzel van huiselijke logistiek en is er een vrachtlading aan administratie bijgekomen. Maar het ritme van het ziekenhuis, start om half 8, klaar na 18.00 uur, is hetzelfde gebleven. 

Een paar maanden geleden schreef een collega, Berend van Doorn, een artikel waarin hij voorstelde de overdracht van de chirurgie 30 minuten later te laten beginnen *. Wat volgde was, naast veel lof, ook een tsunami aan kritiek. Hoe haalde hij het in zijn hoofd dit te suggereren? Voor sommigen is tijd een constante factor, en dient aan tijdstippen voor een dag start, lengtes van overleggen en werktijden niet gesleuteld te worden. 

Ook Isaac Newton dacht eind 17e eeuw dat de tijd constant was. Het duurde wel even, maar in 1905 stelde Albert Einstein de hypothese op die beschrijft wat elk mens wat op vakantie is instinctief weet: tijd varieert, afhankelijk van andere factoren. In de jaren ‘70 bewezen twee natuurkundigen dat tijd flexibel is door een geniaal experiment uit te voeren met atoomklokken in vliegtuigen (lees erover als u tijd heeft).  

Ik ben geen clinicus. Zeg je dat je bij de pathologie werkt en het eerste wat artsen van andere specialismen vragen is wanneer je begint met werken. Pathologen beginnen om 08.15 uur/08.30 uur en zijn dus de luxepoezen van het ziekenhuis. Maar niet iedereen heeft die mazzel. Flexibelere werktijden is een veelgenoemde wens van jonge artsen. Ze zien het zitten taken te verdelen en minder te verdienen om in ruil daarvoor meer tijd te hebben binnen en buiten hun werk **. De zorg zal het in de toekomst toch van deze generatie moeten hebben. Het veranderen van het ritme van het ziekenhuis is misschien niet zo eenvoudig, maar gezien het algemeen gebrek aan Tijdverdrijvers, is Berend zijn idee zo gek nog niet. 

*Berend van Doorn, Medisch Contact 2023

** Enquête startende medisch specialist De Jonge Specialist 2023

gezichtspunt 
Tijdverdrijver
T