Cijfer
18
Afgelopen september kregen de eerste baby’s in Nederland een beschermende prik tegen het levensbedreigende RS-virus. Dat is achttien jaar na ontdekking van de antistof in Amsterdam UMC. De effecten van de inenting zijn enorm, zowel voor kinderen en hun ouders als voor de zorg. In Europese landen waar de prik al gegeven werd, zijn 80 procent minder kinderen met een RS-virusinfectie opgenomen. Daardoor konden wachtlijsten in ziekenhuizen worden weggewerkt en konden bijvoorbeeld hartoperaties, waar ook IC-capaciteit voor nodig is, gewoon doorgaan. In Nederlandse ziekenhuizen werden voorheen ieder jaar duizenden kinderen met een RS-virusinfectie opgenomen, van wie 150 tot 200 per jaar op een kinder-IC. De verwachting is dat dit er deze winter veel minder zijn. “Wereldwijd kan deze vinding nog meer impact hebben”, zegt kinderarts-intensivist Job van Woensel. “Het verkoudheidsvirus is bij zuigelingen in de lagelonenlanden de tweede doodsoorzaak, na malaria. Jaarlijks streven wereldwijd 100.000 kinderen aan RS-virusinfectie.”
Lees meer over de ontdekking van de antistof door onderzoekers van
Amsterdam UMC en over de route van antistof tot inenting op de website van Amsterdam UMC.
Foto: Adobe Stock
Quote
‘Eerst goed onderzoek doen, daarna pas grote beloften’
Met die woorden waarschuwt hoogleraar Translationeel metabolisme Riekelt Houtkooper voor al te hoge verwachtingen over de werking van NAD+-supplementen. Die zouden het verouderingsproces kunnen vertragen. Maar de wetenschap achter deze populaire ‘anti-verouderingspillen’ is gebaseerd op dierstudies, zegt hij: “Harde bewijzen voor werking bij mensen ontbreken.” Dat blijkt uit het kritisch overzicht dat hij en promovendi Kasper Vinten en Maria Trętowicz publiceerden in Nature Metabolism (oktober 2025).
In dierproeven zijn de resultaten veelbelovend: extra NAD+via zogenaamde ‘precursors’ of ‘boosters’, zoals supplementen nicotinamide riboside (NR) en nicotinamide mononucleotide (NMN), lijken het verouderingsproces bij muizen te vertragen. De muizen blijven langer fit, hun spieren functioneren beter en ze zijn minder gevoelig voor ouderdomsziektes zoals diabetes type 2 en dementie. Maar, zegt Houtkooper: “Wat in muizen werkt, werkt lang niet altijd bij mensen. Onze organen en cellen reageren vaak anders. We weten dat als mensen NAD+-supplementen nemen, het NAD+-gehalte in met name hun bloed verhoogt. Maar of dit gunstig is voor bijvoorbeeld hun spieren of hersenen, is gewoonweg nog niet duidelijk.” De onderzoekers van het laboratorium Genetische Metabole Ziekten benadrukken het grote belang van goed klinisch onderzoek voordat gezondheidsclaims worden gedaan. Op dit moment loopt verder klinisch onderzoek naar NAD+in Amsterdam UMC.
Onderzoek
Hersentumoren beter inschatten
IDH-gemuteerde astrocytomen zijn vrij langzaam groeiende hersentumoren die in de loop van de tijd veranderen, waardoor ze agressiever en moeilijker te behandelen worden. Ze zijn niet scherp afgegrensd, waardoor met een operatie eigenlijk nooit de hele tumor verwijderd kan worden.
Onderzoekers van Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam en het Erasmus MC
Kanker Instituut hebben een methode ontwikkeld waarmee artsen de ernst van de tumor beter kunnen bepalen. Ze bestudeerden tumorweefsel dat op twee verschillende momenten bij patiënten was afgenomen: bij de eerste ontdekking van de tumor en bij terugkeer ervan. Ze onderzochten allerlei kenmerken, waaronder genen, genactiviteit en methylatie (bepaalde chemische markeringen) op het DNA. Ze ontdekten dat IDH-gemuteerde astrocytomen bij terugkeer genetisch instabieler worden en tekenen vertonen van snellere celdeling. De methylatie neemt in de loop van de tijd juist af. De onderzoekers zagen dat vooral gebeuren in teruggekeerde tumoren die agressiever werden.
Vervolgens ontwikkelden ze een agressiviteitsschaal op basis van de verandering in methylering. Daarmee kan nu, per tumor, een score worden gemaakt. Die kan artsen helpen om beter in te schatten wat de ernst van de tumor is, behandelingen gerichter in te zetten en uitkomsten nauwkeuriger te voorspellen.
De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in Nature Cancer (augustus 2025)
Nieuwe test
Snellere diagnostiek bij FAS
Kinderen met Foetaal Alcohol Syndroom (FAS) hebben meerdere symptomen die kunnen variëren in ernst, zoals een langzamere groei, leerproblemen of bijzondere gezichtskenmerken. Omdat dergelijke kenmerken ook voorkomen bij andere (vooral erfelijke) ziekten, was het vaak lastig om FAS goed te herkennen. Onderzoekers van Amsterdam UMC hebben een uniek DNA-patroon ontdekt dat nu gebruikt wordt in een nieuwe laboratoriumtest. “Daarmee kunnen we kinderen met een ernstige vorm van FAS beter herkennen en ze eerder de juiste behandeling geven”, aldus onderzoeksleider Peter Henneman.
Het onderzoeksteam vergeleek de bloedcellen van 93 kinderen met FAS met die van gezonde kinderen en die van kinderen met andere zeldzame aandoeningen. Kinderen met een ernstige vorm van FAS blijken vaak een specifiek patroon van DNA-markeringen hebben, een soort vingerafdruk die niet voorkomt bij andere ziektes. Een positieve uitslag met de nieuwe test bevestigt de FAS-diagnose die de arts al vermoedt. Een negatieve uitslag sluit FAS echter niet volledig uit, net zoals dat het geval is bij genetische testen voor andere aandoeningen. Henneman: “Daarom moet de test altijd worden gebruikt in combinatie met zorgvuldig klinisch onderzoek om de diagnose van de arts te kunnen bevestigen.”
Onderzoek
Babyplasjes kunnen de kwaliteit van donornieren verbeteren
Maar liefst 30 procent van de donornieren van overledenen wordt afgekeurd omdat de kwaliteit niet voldoet. De urine van vroeggeboren baby’s blijkt stamcellen te bevatten die bruikbaar zijn om die kwaliteit te verbeteren. Tot deze ontdekking kwamen kindernefroloog Elena Levtchenko en haar collega’s van het Emma Kinderbuikcentrum van Amsterdam UMC. “Een nier kan zichzelf niet herstellen”, licht Levtchenko toe. “Rond de 36e week van de zwangerschap is een nier volledig ontwikkeld: dan hebben de stamcellen hun werk gedaan. Dus: alleen nierstamcellen kunnen een nier herstellen. En die vind je uitsluitend in nieren van baby’s die te vroeg zijn geboren.” Omdat stukjes weefsel weghalen uit de nier van te vroeg geborenen natuurlijk geen optie is, zochten én vonden de onderzoekers nierstamcellen in de urine van deze baby’s. Vervolgens gingen ze naar Cambridge, waar een model ontwikkeld is om een werkende donornier buiten het lichaam te bewaren. Door de stamcellen in de nierslagader te injecteren, konden Levtchenko en haar collega’s het effect ervan goed controleren. Uit alle testen bleek dat ontstekingen verminderden en nierfuncties beter werden door de stamcellen. Een volgende stap is dat de nierstamcellen rechtstreeks geïnjecteerd kunnen worden in de zieke nier van een patiënt. Levtchenko: “Het zou nog mooier zijn als we bijvoorbeeld een product, een bepaalde factor, van die stamcel kunnen maken. Iets waardoor je nieren beter kunt maken, of kunt zorgen dat ze zichzelf beter maken.”
Video
Update over alzheimermedicatie
Neuroloog Jort Vijverberg is sinds september de nieuwe directeur van het
Alzheimercentrum Amsterdam UMC. Hij heeft er vertrouwen in dat het op termijn zal lukken om de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie te stoppen of te genezen. In de video hieronder vertelt hij over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van medicatie. Hij noemt veelbelovende behandelingen waar onderzoek naar wordt gedaan bij het Alzheimercentrum Amsterdam UMC, zoals het beïnvloeden van cholesterol in de hersenen en hersenstimulatie. Ook wordt nader onderzocht wat de rol kan zijn van het gordelroosvaccin, dat - als het hiervoor effectief blijkt - 20 procent van elke vorm van dementie kan voorkomen in de toekomst. Twee nieuwe alzheimermedicijnen, lecanemab en donanemab, zijn inmiddels goedgekeurd door de European Medicines Agency maar worden nog niet vergoed in Nederland. In tegenstelling tot de huidige medicijnen die alleen symptomen verlichten, remmen deze middelen de ziekte en de achteruitgang op een fundamenteler niveau.
Jort Vijverberg
Nieuwe test
Snellere diagnostiek bij FAS
Kinderen met Foetaal Alcohol Syndroom (FAS) hebben meerdere symptomen die kunnen variëren in ernst, zoals een langzamere groei, leerproblemen of bijzondere gezichtskenmerken. Omdat dergelijke kenmerken ook voorkomen bij andere (vooral erfelijke) ziekten, was het vaak lastig om FAS goed te herkennen. Onderzoekers van Amsterdam UMC hebben een uniek DNA-patroon ontdekt dat nu gebruikt wordt in een nieuwe laboratoriumtest. “Daarmee kunnen we kinderen met een ernstige vorm van FAS beter herkennen en ze eerder de juiste behandeling geven”, aldus onderzoeksleider Peter Henneman.
Het onderzoeksteam vergeleek de bloedcellen van 93 kinderen met FAS met die van gezonde kinderen en die van kinderen met andere zeldzame aandoeningen. Kinderen met een ernstige vorm van FAS blijken vaak een specifiek patroon van DNA-markeringen hebben, een soort vingerafdruk die niet voorkomt bij andere ziektes. Een positieve uitslag met de nieuwe test bevestigt de FAS-diagnose die de arts al vermoedt. Een negatieve uitslag sluit FAS echter niet volledig uit, net zoals dat het geval is bij genetische testen voor andere aandoeningen. Henneman: “Daarom moet de test altijd worden gebruikt in combinatie met zorgvuldig klinisch onderzoek om de diagnose van de arts te kunnen bevestigen.”
Jort Vijverberg
Video
Update over alzheimermedicatie
Neuroloog Jort Vijverberg is sinds september de nieuwe directeur van het
Alzheimercentrum Amsterdam UMC. Hij heeft er vertrouwen in dat het op termijn zal lukken om de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie te stoppen of te genezen. In de video hieronder vertelt hij over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van medicatie. Hij noemt veelbelovende behandelingen waar onderzoek naar wordt gedaan bij het Alzheimercentrum Amsterdam UMC, zoals het beïnvloeden van cholesterol in de hersenen en hersenstimulatie. Ook wordt nader onderzocht wat de rol kan zijn van het gordelroosvaccin, dat - als het hiervoor effectief blijkt - 20 procent van elke vorm van dementie kan voorkomen in de toekomst. Twee nieuwe alzheimermedicijnen, lecanemab en donanemab, zijn inmiddels goedgekeurd door de European Medicines Agency maar worden nog niet vergoed in Nederland. In tegenstelling tot de huidige medicijnen die alleen symptomen verlichten, remmen deze middelen de ziekte en de achteruitgang op een fundamenteler niveau.
Onderzoek
Babyplasjes kunnen de kwaliteit van donornieren verbeteren
Maar liefst 30 procent van de donornieren van overledenen wordt afgekeurd omdat de kwaliteit niet voldoet. De urine van vroeggeboren baby’s blijkt stamcellen te bevatten die bruikbaar zijn om die kwaliteit te verbeteren. Tot deze ontdekking kwamen kindernefroloog Elena Levtchenko en haar collega’s van het Emma Kinderbuikcentrum van Amsterdam UMC. “Een nier kan zichzelf niet herstellen”, licht Levtchenko toe. “Rond de 36e week van de zwangerschap is een nier volledig ontwikkeld: dan hebben de stamcellen hun werk gedaan. Dus: alleen nierstamcellen kunnen een nier herstellen. En die vind je uitsluitend in nieren van baby’s die te vroeg zijn geboren.” Omdat stukjes weefsel weghalen uit de nier van te vroeg geborenen natuurlijk geen optie is, zochten én vonden de onderzoekers nierstamcellen in de urine van deze baby’s. Vervolgens gingen ze naar Cambridge, waar een model ontwikkeld is om een werkende donornier buiten het lichaam te bewaren. Door de stamcellen in de nierslagader te injecteren, konden Levtchenko en haar collega’s het effect ervan goed controleren. Uit alle testen bleek dat ontstekingen verminderden en nierfuncties beter werden door de stamcellen. Een volgende stap is dat de nierstamcellen rechtstreeks geïnjecteerd kunnen worden in de zieke nier van een patiënt. Levtchenko: “Het zou nog mooier zijn als we bijvoorbeeld een product, een bepaalde factor, van die stamcel kunnen maken. Iets waardoor je nieren beter kunt maken, of kunt zorgen dat ze zichzelf beter maken.”
Onderzoek
Hersentumoren beter inschatten
IDH-gemuteerde astrocytomen zijn vrij langzaam groeiende hersentumoren die in de loop van de tijd veranderen, waardoor ze agressiever en moeilijker te behandelen worden. Ze zijn niet scherp afgegrensd, waardoor met een operatie eigenlijk nooit de hele tumor verwijderd kan worden.
Onderzoekers van Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam en het Erasmus MC
Kanker Instituut hebben een methode ontwikkeld waarmee artsen de ernst van de tumor beter kunnen bepalen. Ze bestudeerden tumorweefsel dat op twee verschillende momenten bij patiënten was afgenomen: bij de eerste ontdekking van de tumor en bij terugkeer ervan. Ze onderzochten allerlei kenmerken, waaronder genen, genactiviteit en methylatie (bepaalde chemische markeringen) op het DNA. Ze ontdekten dat IDH-gemuteerde astrocytomen bij terugkeer genetisch instabieler worden en tekenen vertonen van snellere celdeling. De methylatie neemt in de loop van de tijd juist af. De onderzoekers zagen dat vooral gebeuren in teruggekeerde tumoren die agressiever werden.
Vervolgens ontwikkelden ze een agressiviteitsschaal op basis van de verandering in methylering. Daarmee kan nu, per tumor, een score worden gemaakt. Die kan artsen helpen om beter in te schatten wat de ernst van de tumor is, behandelingen gerichter in te zetten en uitkomsten nauwkeuriger te voorspellen.
De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in Nature Cancer (augustus 2025)
Quote
‘Eerst goed onderzoek doen, daarna pas grote beloften’
Met die woorden waarschuwt hoogleraar Translationeel metabolisme Riekelt Houtkooper voor al te hoge verwachtingen over de werking van NAD+-supplementen. Die zouden het verouderingsproces kunnen vertragen. Maar de wetenschap achter deze populaire ‘anti-verouderingspillen’ is gebaseerd op dierstudies, zegt hij: “Harde bewijzen voor werking bij mensen ontbreken.” Dat blijkt uit het kritisch overzicht dat hij en promovendi Kasper Vinten en Maria Trętowicz publiceerden in Nature Metabolism (oktober 2025).
In dierproeven zijn de resultaten veelbelovend: extra NAD+via zogenaamde ‘precursors’ of ‘boosters’, zoals supplementen nicotinamide riboside (NR) en nicotinamide mononucleotide (NMN), lijken het verouderingsproces bij muizen te vertragen. De muizen blijven langer fit, hun spieren functioneren beter en ze zijn minder gevoelig voor ouderdomsziektes zoals diabetes type 2 en dementie. Maar, zegt Houtkooper: “Wat in muizen werkt, werkt lang niet altijd bij mensen. Onze organen en cellen reageren vaak anders. We weten dat als mensen NAD+-supplementen nemen, het NAD+-gehalte in met name hun bloed verhoogt. Maar of dit gunstig is voor bijvoorbeeld hun spieren of hersenen, is gewoonweg nog niet duidelijk.” De onderzoekers van het laboratorium Genetische Metabole Ziekten benadrukken het grote belang van goed klinisch onderzoek voordat gezondheidsclaims worden gedaan. Op dit moment loopt verder klinisch onderzoek naar NAD+in Amsterdam UMC.
Foto: Adobe Stock
Cijfer
18
Afgelopen september kregen de eerste baby’s in Nederland een beschermende prik tegen het levensbedreigende RS-virus. Dat is achttien jaar na ontdekking van de antistof in Amsterdam UMC. De effecten van de inenting zijn enorm, zowel voor kinderen en hun ouders als voor de zorg. In Europese landen waar de prik al gegeven werd, zijn 80 procent minder kinderen met een RS-virusinfectie opgenomen. Daardoor konden wachtlijsten in ziekenhuizen worden weggewerkt en konden bijvoorbeeld hartoperaties, waar ook IC-capaciteit voor nodig is, gewoon doorgaan. In Nederlandse ziekenhuizen werden voorheen ieder jaar duizenden kinderen met een RS-virusinfectie opgenomen, van wie 150 tot 200 per jaar op een kinder-IC. De verwachting is dat dit er deze winter veel minder zijn. “Wereldwijd kan deze vinding nog meer impact hebben”, zegt kinderarts-intensivist Job van Woensel. “Het verkoudheidsvirus is bij zuigelingen in de lagelonenlanden de tweede doodsoorzaak, na malaria. Jaarlijks streven wereldwijd 100.000 kinderen aan RS-virusinfectie.”
Lees meer over de ontdekking van de antistof door onderzoekers van
Amsterdam UMC en over de route van antistof tot inenting op de website van Amsterdam UMC.