Tom Caniels en Rogier Sanders
In een laboratorium in Amsterdam UMC werken hoogleraar Virologie Rogier Sanders en onderzoeker Tom Caniels aan de volgende stap in hun zoektocht naar een hiv-vaccin. Eerder lukte het al om bij mensen de juiste afweercellen te activeren. Nu gaan ze onderzoeken hoe die reactie kan worden versterkt. Het nieuwe onderzoek gaat begin 2026 in Zuid-Afrika van start.
Tekst: Caroline Wellink • Foto: Mark Horn
ie zich verdiept in hiv, merkt al snel dat dit virus zich niet laat vergelijken met andere. Waar de wereld in recordtijd vaccins ontwikkelde tegen griep en corona, lukt dat bij hiv al veertig jaar niet. De verklaring hiervoor, zo legt Caniels uit, is dat het virus voortdurend van gedaante verandert. “Wat vandaag werkt, werkt morgen niet meer. Zelfs binnen één persoon kan het virus iedere keer weer van vorm veranderen. Daardoor loopt het afweersysteem telkens achter de feiten aan. Toch blijkt dat sommige mensen na een hiv-infectie wél antistoffen aanmaken die het virus in al zijn varianten kunnen herkennen. Op die uitzonderlijke reactie borduren wij voort; wij willen datzelfde proces nabootsen, maar dan zonder dat iemand ziek wordt.”
Envelop-eiwit
In hun meest recente studie, waarvan de resultaten afgelopen zomer in Science verschenen, zagen de onderzoekers voor het eerst dat dit bij mensen lukt: ze konden precies die afweercellen activeren die later breed werkende antistoffen kunnen maken tegen hiv. “Dat is een bevestiging dat de strategie werkt”, aldus Sanders. “Althans, de eerste stap ervan.” Om zover te komen, werkte hij al sinds 1998 aan een cruciale basisstap. Aan de buitenkant van het virus zit het zogeheten envelop-eiwit. Dat valt normaal snel uit elkaar, waardoor het afweersysteem het niet goed herkent. Sanders wist die buitenkant te verstevigen, zodat het afweersysteem steeds hetzelfde, juiste doelwit te zien kreeg. Sanders: “Dat bleek de sleutel om het afweerproces gericht te kunnen aansturen. Het vormt de basis van het huidige vaccinontwerp.”
De volgende stap voor het team is een nieuwe klinische studie in Zuid-Afrika, opnieuw met steun van de Gates Foundation. Daarin willen de onderzoekers laten zien dat hun aanpak niet alleen veilig is, maar dat het afweersysteem ook verder kan worden getraind. Deelnemers krijgen niet één prik, maar een reeks vaccins die elkaar opvolgen. De eerste prik zet de juiste afweercellen aan het werk, de volgende leren die cellen beter en breder reageren, zodat ze antistoffen kunnen maken tegen de vele varianten van hiv. Daarbij wordt gebruikgemaakt van mRNA-technologie, bekend van de coronavaccins.
Dat het vervolgonderzoek in Zuid-Afrika plaatsvindt, is geen toeval. Wetenschappelijk gezien is het belangrijk om de vaccins te testen in populaties die het meest worden getroffen door hiv. Ook genetische verschillen tussen mensen kunnen namelijk invloed hebben op hoe goed het immuunsysteem reageert. Maar het is óók een bewuste keuze van de Gates Foundation om Afrikaanse onderzoekers vanaf het begin te betrekken. “Het gaat niet alleen om testen”, legt Caniels uit, “maar ook om kennisopbouw, training en infrastructuur. Dat hoort allemaal bij het versterken van lokale capaciteit, en dat is essentieel.”
‘Kan een reeks vaccins het immuunsysteem zo trainen dat het de vele varianten van het virus herkent en blijvende bescherming tegen hiv biedt?’
Grote urgentie
De timing van het onderzoek is niet los te zien van wat er momenteel wereldwijd gebeurt. Programma’s die hiv-zorg en -preventie financieren, zoals USAID, staan onder druk of zijn al grotendeels stopgezet door de Amerikaanse regering. Dat raakt ook de onderzoeksgroep van Sanders. “Een van onze geplande studies is geschrapt”, vertelt hij. “Gelukkig heeft de Gates Foundation een deel overgenomen, maar het laat zien hoe afhankelijk het veld is van internationale financiering. Ondertussen wordt de urgentie alleen maar groter. Wereldwijd hebben miljoenen mensen nog altijd geen toegang tot hiv-remmers of preventieve middelen zoals PrEP. Zulke medicijnen werken goed, maar ze moeten continu beschikbaar zijn en regelmatig worden ingenomen, iets wat in veel landen simpelweg niet lukt.”
Een vaccin dat in een paar stappen levenslange bescherming biedt, zou dat patroon kunnen doorbreken. Om zo’n programma haalbaar te maken, denken de onderzoekers ook mee over de uitvoering. Een mogelijkheid is om het vaccin te koppelen aan het bestaande kindervaccinatieprogramma, zodat jonge vrouwen – de groep met het grootste risico – beschermd worden. Een andere optie is een injectie die meerdere vaccins combineert en langzaam afbreekt in het lichaam. “Dan komt elk onderdeel op het juiste moment vrij”, zegt Caniels. “Dat zou voor veel mensen dé oplossing zijn.”
Cellen opleiden
Terwijl de onderzoekers ook nadenken over hoe het vaccin praktisch kan worden toegepast, blijft de kern van hun werk een fundamenteel-wetenschappelijke uitdaging: het precies sturen van het immuunsysteem. Sanders: “Voor het eerst kunnen we met atomaire precisie een immuunreactie opwekken. Dat heeft nog nooit iemand laten zien. Wetenschappelijk gezien is dat enorm, en het reikt verder dan hiv alleen. Deze methode kan namelijk ook gebruikt worden bij andere virussen, zoals het griepvirus of hepatitis C.”
Een hiv-vaccin zal er niet morgen zijn, maar de koers is duidelijk. De komende jaren richten de onderzoekers zich op het verder ‘opleiden’ van de juiste afweercellen, en op het aantonen dat de strategie ook bij grotere groepen mensen werkt. Pas daarna komen de grootschalige studies waarin wordt getest of gevaccineerden daadwerkelijk beschermd zijn tegen hiv. Toch is er reden voor optimisme. “We hebben nu voor het eerst een rationele strategie met een vooropgezet plan”, zegt Sanders. “We weten welke immuuncellen we moeten activeren en hoe we ze kunnen begeleiden tot ze doen wat we willen: mensen langdurig beschermen tegen een hiv-infectie.” •
Wereldwijd leven naar schatting 40 miljoen mensen met hiv, waarvan twee derde op het Afrikaanse continent. In 2024 stierven meer dan 630.000 mensen aan hiv-gerelateerde oorzaken en raakten 1,3 miljoen mensen geïnfecteerd. In Nederland is sinds 2022 sprake van een stijging van het aantal nieuwe infecties.
Tom Caniels en Rogier Sanders
Cellen opleiden
Terwijl de onderzoekers ook nadenken over hoe het vaccin praktisch kan worden toegepast, blijft de kern van hun werk een fundamenteel-wetenschappelijke uitdaging: het precies sturen van het immuunsysteem. Sanders: “Voor het eerst kunnen we met atomaire precisie een immuunreactie opwekken. Dat heeft nog nooit iemand laten zien. Wetenschappelijk gezien is dat enorm, en het reikt verder dan hiv alleen. Deze methode kan namelijk ook gebruikt worden bij andere virussen, zoals het griepvirus of hepatitis C.”
Een hiv-vaccin zal er niet morgen zijn, maar de koers is duidelijk. De komende jaren richten de onderzoekers zich op het verder ‘opleiden’ van de juiste afweercellen, en op het aantonen dat de strategie ook bij grotere groepen mensen werkt. Pas daarna komen de grootschalige studies waarin wordt getest of gevaccineerden daadwerkelijk beschermd zijn tegen hiv. Toch is er reden voor optimisme. “We hebben nu voor het eerst een rationele strategie met een vooropgezet plan”, zegt Sanders. “We weten welke immuuncellen we moeten activeren en hoe we ze kunnen begeleiden tot ze doen wat we willen: mensen langdurig beschermen tegen een hiv-infectie.” •
Wereldwijd leven naar schatting 40 miljoen mensen met hiv, waarvan twee derde op het Afrikaanse continent. In 2024 stierven meer dan 630.000 mensen aan hiv-gerelateerde oorzaken en raakten 1,3 miljoen mensen geïnfecteerd. In Nederland is sinds 2022 sprake van een stijging van het aantal nieuwe infecties.
Grote urgentie
De timing van het onderzoek is niet los te zien van wat er momenteel wereldwijd gebeurt. Programma’s die hiv-zorg en -preventie financieren, zoals USAID, staan onder druk of zijn al grotendeels stopgezet door de Amerikaanse regering. Dat raakt ook de onderzoeksgroep van Sanders. “Een van onze geplande studies is geschrapt”, vertelt hij. “Gelukkig heeft de Gates Foundation een deel overgenomen, maar het laat zien hoe afhankelijk het veld is van internationale financiering. Ondertussen wordt de urgentie alleen maar groter. Wereldwijd hebben miljoenen mensen nog altijd geen toegang tot hiv-remmers of preventieve middelen zoals PrEP. Zulke medicijnen werken goed, maar ze moeten continu beschikbaar zijn en regelmatig worden ingenomen, iets wat in veel landen simpelweg niet lukt.”
Een vaccin dat in een paar stappen levenslange bescherming biedt, zou dat patroon kunnen doorbreken. Om zo’n programma haalbaar te maken, denken de onderzoekers ook mee over de uitvoering. Een mogelijkheid is om het vaccin te koppelen aan het bestaande kindervaccinatieprogramma, zodat jonge vrouwen – de groep met het grootste risico – beschermd worden. Een andere optie is een injectie die meerdere vaccins combineert en langzaam afbreekt in het lichaam. “Dan komt elk onderdeel op het juiste moment vrij”, zegt Caniels. “Dat zou voor veel mensen dé oplossing zijn.”
‘Kan een reeks vaccins het immuunsysteem zo trainen dat het de vele varianten van het virus herkent en blijvende bescherming tegen hiv biedt?’
In een laboratorium in Amsterdam UMC werken hoogleraar Virologie Rogier Sanders en onderzoeker Tom Caniels aan de volgende stap in hun zoektocht naar een hiv-vaccin. Eerder lukte het al om bij mensen de juiste afweercellen te activeren. Nu gaan ze onderzoeken hoe die reactie kan worden versterkt. Het nieuwe onderzoek gaat begin 2026 in Zuid-Afrika van start.
Tekst: Caroline Wellink • Foto: Mark Horn
ie zich verdiept in hiv, merkt al snel dat dit virus zich niet laat vergelijken met andere. Waar de wereld in recordtijd vaccins ontwikkelde tegen griep en corona, lukt dat bij hiv al veertig jaar niet. De verklaring hiervoor, zo legt Caniels uit, is dat het virus voortdurend van gedaante verandert. “Wat vandaag werkt, werkt morgen niet meer. Zelfs binnen één persoon kan het virus iedere keer weer van vorm veranderen. Daardoor loopt het afweersysteem telkens achter de feiten aan. Toch blijkt dat sommige mensen na een hiv-infectie wél antistoffen aanmaken die het virus in al zijn varianten kunnen herkennen. Op die uitzonderlijke reactie borduren wij voort; wij willen datzelfde proces nabootsen, maar dan zonder dat iemand ziek wordt.”
Envelop-eiwit
In hun meest recente studie, waarvan de resultaten afgelopen zomer in Science verschenen, zagen de onderzoekers voor het eerst dat dit bij mensen lukt: ze konden precies die afweercellen activeren die later breed werkende antistoffen kunnen maken tegen hiv. “Dat is een bevestiging dat de strategie werkt”, aldus Sanders. “Althans, de eerste stap ervan.” Om zover te komen, werkte hij al sinds 1998 aan een cruciale basisstap. Aan de buitenkant van het virus zit het zogeheten envelop-eiwit. Dat valt normaal snel uit elkaar, waardoor het afweersysteem het niet goed herkent. Sanders wist die buitenkant te verstevigen, zodat het afweersysteem steeds hetzelfde, juiste doelwit te zien kreeg. Sanders: “Dat bleek de sleutel om het afweerproces gericht te kunnen aansturen. Het vormt de basis van het huidige vaccinontwerp.”
De volgende stap voor het team is een nieuwe klinische studie in Zuid-Afrika, opnieuw met steun van de Gates Foundation. Daarin willen de onderzoekers laten zien dat hun aanpak niet alleen veilig is, maar dat het afweersysteem ook verder kan worden getraind. Deelnemers krijgen niet één prik, maar een reeks vaccins die elkaar opvolgen. De eerste prik zet de juiste afweercellen aan het werk, de volgende leren die cellen beter en breder reageren, zodat ze antistoffen kunnen maken tegen de vele varianten van hiv. Daarbij wordt gebruikgemaakt van mRNA-technologie, bekend van de coronavaccins.
Dat het vervolgonderzoek in Zuid-Afrika plaatsvindt, is geen toeval. Wetenschappelijk gezien is het belangrijk om de vaccins te testen in populaties die het meest worden getroffen door hiv. Ook genetische verschillen tussen mensen kunnen namelijk invloed hebben op hoe goed het immuunsysteem reageert. Maar het is óók een bewuste keuze van de Gates Foundation om Afrikaanse onderzoekers vanaf het begin te betrekken. “Het gaat niet alleen om testen”, legt Caniels uit, “maar ook om kennisopbouw, training en infrastructuur. Dat hoort allemaal bij het versterken van lokale capaciteit, en dat is essentieel.”